Maandelijks archief: maart 2013

Historische dag, mijn gat

En toen, ergens vlak voor de middag, toen je vader na een lange reis eindelijk in Brussel was aangekomen, verscheen er op de website van De Standaard het bericht dat er geen treinverkeer meer was van en naar Brussel, hierzo.
Weet je nog die keer dat mijn water brak en dat ik niet in het ziekenhuis geraakte en dat je vader niet thuis geraakte … Nee, bedankt. Wat ben ik blij dat eerste kindjes te laat geboren worden en dat wij luie mensen zijn!

 

historische dag

It’s a fucked up world

Liefste M.,
Zo zag de wereld eruit de dag dat jij geboren moest worden, in maart:

DSCF1632

En zo zag onze auto eruit:

DSCF1631

Frank Deboosere, die toen nog weerman was maar al lang geen snor meer had – en we waren het er allen over eens dat de snor van Frank Deboosere sympathieker was dan de man zelf – was zeer enthousiast over het feit dat het sinds 1888 geleden was dat het zo laat in maart nog zo’n weer was. Maar Frank Deboosere wordt zelfs over een doordeweekse druilbui enthousiast, daarvoor hoefden die weergoden nu geen effort te doen. Aangezien je vader nog maar net leerde rijden en met een voorlopig rijbewijs de wegen onveilig maakte, kun je begrijpen dat wij net iets minder enthousiast waren. Bovendien was ik niet meer in staat om zelfstandig mijn bottines dicht te knopen omdat jij in de weg zat. Nu ben ik zelf ook geboren in dergelijk sneeuwweer, maar dat was wel in januari. We gingen een lentekindje krijgen, dat hadden we zo gepland.

Gelukkig besloot jij dat je ook niet zoveel zin had in sneeuw en bleef je lekker warm zitten tot het over was?

Negen maanden zwanger – did the baby pop out yet

Aanvulling op dit bericht en dit bericht

Negen maanden zwanger

Ik ben nu negen maanden zwanger. That’s as pregnant as it gets. Ik krijg al een week lang al dan niet subtiele berichtjes en mailtjes van mensen die willen weten: is het al zover? Ik weet dat er tegelijk nog een heleboel andere mensen fanatiek mijn facebookwall zitten te checken omdat ze me niet willen ambeteren. Ik heb daar zelf ervaring mee. Ik begrijp het volkomen. Nu ikzelf de hoofdrol speel in de deurenkomedie ‘Did the baby pop out yet’, merk ik dat dat eigenlijk veel minder spannend is dan wachten tot iemand anders moeder wordt. I’ll be the first one to know. En ik weet de naam al natuurlijk, dat scheelt ook een pak.

Nee, er is nog geen baby. Laat ik even de context schetsen. De moeder van de baby is zelf een week te laat geboren. De vader van de baby kan niet uit zijn bed. De moeder van de baby kan eigenlijk ook niet uit haar bed, maar de doordat de vader dat nog veel slechter kan, he makes her look good. De moeder en de vader van de baby vinden het heel moeilijk om op tijd te komen op plaatsen. De moeder en de vader zijn heel erg luie mensen. Ze hebben allebei last van uitstelgedrag, zij het ook daar met de vader een pak erger gesteld te zijn dan met de moeder. Ik denk dat we kunnen concluderen dat die baby niet vanzelf zal komen, dat er een zekere mate van harde hand voor nodig zal zijn, in de vorm van tabletten en weeënopwekkers. Of een heel luide radiowekker tussen twee stations in. Dat hielp om de vader wakker te maken tot de moeder er genoeg van had en de radiowekker in kwestie vernielde.

Wat ik wel niet had zien aankomen, was dat er een kans was dat ik in de sneeuw naar het moederhuis kon tsjolen. Beste weergoden, ten eerste: het is maart, en ten tweede: mijn lief heeft een voorlopig rijbewijs. Het mag dus stilaan genoeg zijn. Hoewel het slimme kindjes zijn die geboren worden wanneer het buiten sneeuwt, zou ik mijn dochter liever ter wereld brengen in de lente. Alvast bedankt en met vriendelijke groeten.

Meggie

(Nog een laatste überdroevig berichtje voor ik überheuglijk nieuws te melden heb …)

Nu ik weet dat het een dochter is, weet ik ook dat mijn dochter op een dag ouder gaat worden dan jij geworden bent. (Tenminste, ik weet door jou maar al te goed dat het ook anders kan, maar wens die mogelijkheid niet te overwegen. Ze bestaat niet!) Het is vreemd om me dat te realiseren, omdat een deeltje van mij ook nooit ouder dan elf geworden is. Op een dag zal dat deeltje van mij dus jonger zijn dan mijn dochter. En ik hoop van harte dat het mijn dochter niet overkomt dat ze dan ook een deeltje van zichzelf moet achterlaten. Want ik mis je nog steeds, hoewel ook het verdriet om jou intussen al ouder is dan jij geworden bent. Ik mis je al langer dan ik je heb gekend, en vraag me soms af of dat sowieso wel mogelijk is.

En we zijn nog met velen, die jou en je zus missen. Er is nu iets dat niet bestond toen jij nog leefde, namelijk sociale media, en nu en dan komt er een foto van jou voorbij of herinnert iemand in zijn of haar status aan je verjaardag of aan die veel triestere verjaardag, de dag van jullie ongeluk. Dan komt daar telkens een lawine van reacties op, van allemaal mensen die zeggen: ik vergeet hen ook nooit. Het doet deugd, voor mij, dus ik denk zeker voor je broer en zussen die op de sociale media vertoeven. Je broer woont hier niet ver vandaan, hoewel we allebei relatief ver van thuis zijn gaan wonen. En een vriendin van Mehdi die ik hier in Antwerpen heb leren kennen, kende jou van de manege. Het is misschien vreemd maar het is een geruststellende gedachte dat ik niet de enige ben in deze grote stad die nog wel eens aan jou denkt. Dat er mensen binnen handbereik zijn die ook nog jouw lach kunnen horen als ze er even bij stilstaan.

Voor je mama zal het wel niet gemakkelijk zijn, nu de leeftijdsgenootjes van haar jongste dochter massaal zwanger worden. Want zowel Sophie als ik verwachten dit jaar een kindje. Ze stond erop dat ik haar niet vertelde of het een zoon of dochter wordt. Het is natuurlijk niet de eerste keer dat leeftijdsgenoten van haar verloren kinderen een fase doormaken die haar extra hard met de realiteit confronteert, maar het bewustzijn blijft en het lijkt zelfs sterker te worden naarmate ik ouder word. Het leven gaat door, zegt men, en zie ons eens doorgaan met ons leven. Maar het kan geen kwaad om nu en dan eens stil te staan bij wat was en nooit geworden is.

Feb '88

wijsneus

Wat als ik zo’n moeder word die de dromen van haar dochter in de kiem smoort? 
Als ik haar vraag wat ze later wil worden, en ze antwoordt: ‘prinses’, ga ik dan op mijn tanden kunnen bijten en haar niet meteen vertellen hoe het echt zit met prinsessen: geen privacy, veel verplichtingen, wonen in een groot huis, maar dat moeten delen met veel mensen die voor jou werken, meestal getrouwd zijn met een lelijke prins, paparazzi ontlopen … Of ga ik haar kunnen laten dromen van een prinsessenbestaan tot ze er zelf achter komt dat er fijnere manieren van leven zijn? Ik ga toch echt mijn best moeten doen om geen onverbeterlijke wijsneus te zijn bij het opvoeden van mijn kind. Maar anderzijds denk ik dat mijn dochter zelf ook wel zo’n wijsneus gaat zijn dat ze toch niets gelooft van wat haar moeder haar vertelt. Toen ik als kind aan mijn mama vroeg of ze in god geloofde en ze zei ‘nee’, vond ik het erg jammer dat we elkaar dan nooit meer zouden tegenkomen na de dood, want ik zou naar de hemel gaan en mijn mama niet. Het kwam niet in mij op dat mijn mama misschien wel gelijk had. En zij heeft het me geduldig zelf laten ontdekken. Wijsneuzerij is erfelijk. Bovendien hebben Mehdi en ik er allebei een gezonde dosis van. Dat komt dus wel goed.