Categorie archief: As we speak

As we speak #6

Adulting is hard

Ik verzuip. Ik prijs mezelf nog steeds gelukkig omdat ik eindelijk een job vond waar ik zelfs op maandagmorgen maar een beetje tegenop zie. Maar het is wel veel: 90 procent werken, twee kinderen, een huishouden dat voortdurend uit zijn voegen barst, auto’s die in panne vallen, stekkers van droogkasten die smelten in het stopcontact. Adulting is hard, and as it turns out, I’m not equipped for it. Ik ben en blijf de überchaoot. Dat neemt soms problematische vormen aan. De weekends zijn te kort om mijn zaakjes op orde te krijgen. Als ik een manier vond om de dingen gestructureerder aan te pakken, zou ik minder verzuipen, maar ik weet niet hoe dat moet. Ik had beter naar mijn moeder moeten luisteren toen dat nog kon. Ik heb wel oren naar wat de prinses schreef over een planningsondersteuner, dus als iemand ambities in die richting heeft en een testchaoot zoekt om op te oefenen, I’m your woman.

(Sommige andere momenten vind ik mezelf echt superwoman. Wanneer mijn zaterdag om 5u30 begint, en ik er toch in slaag om mijn kinderen levend te houden, ‘grote commissies’ te doen met de fietskar, te wassen en te plooien en superefficiënte lasagne te maken van de spaghettisaus van de dag voordien, en er tussendoor nog in slaag om een boek te lezen, dan steek ik een dikke pluim op mijn hoed. Nailed it.)

(Of wanneer ik op zondagavond mijn plots ziek geworden zus met haar kinderen naar huis breng met haar auto, en dan vanuit Brugge de braintrain richting Antwerpen neem, een enkeltje melancholie, want de laatste keer dat ik op zondagavond die trein nam, zwaaide mijn moeder me nog uit, ze zwaaide tot het gênant werd, liep zelfs nog een stukje mee toen de trein vertrok, en nu was ik daar dus weer, op zondagavond in het station van Brugge, en ik vroeg een ticket naar Antwerpen, en de man aan het loket vroeg, ik weet niet of het uit vriendelijkheid was of dat hij het meende: “jonger dan 26 neem ik aan?”, en ik lachte luid, en zei: “euh. nee. maar bedankt”.)

Lezen

Oké, ik geef toe dat ik mijn huishouden soms ook wel moedwillig verwaarloos, omdat ik lezen leuker vind dan stofzuigen. Ik ben momenteel een alomvattend boek aan het lezen, het soort van boek waarmee je om half negen ’s avonds in bed kruipt: ‘Max, Mischa en het tet-offensief’. Ik schreef er hier ook al over. Het gaat over … alles. Over Beckett, Ionesco, muziek, fotografie, kunst, andere boeken, over de liefde, over heimwee, nostalgie, over de Vietnamoorlog, over Apocalypse now. Er staan prachtige, lange zinnen in, maar soms ook hele korte – “Mens zijn is een fulltime baan, Max” – en briljante ideeën. Dit boek bestaat, dus ik hoef er nooit meer één te schrijven: dat gevoel.

Verder ben ik ook bezig in ‘Riskante relaties’, de nieuwe vertaling van ‘Les liaisons dangereuses’, want dat is een boek dat je toch ooit gelezen moet hebben. Het is amusant, maar ook om de muren van op te lopen, zeker in tijden van #metoo.

Kijken

Ik heb eindelijk Twin Peaks uitgekeken, en heb ervan genoten. De voorlaatste aflevering was subliem. Ik hield mijn adem een uur lang in. Ook in andere afleveringen zaten prachtige scènes. I cried actual tears for Ed & Norma. Emotioneel kieken, ik?

Nog zoiets emotioneels: ik zag ook ‘Me before you’. Spoiler alert. Ik las het boek in december 2013, twee maanden voor mijn moeder verlamd werd en anderhalf jaar voor ze euthanasie kreeg. Ik heb de link nooit gelegd. Toen ik begon te kijken, had ik dus ook niet door dat dit voor mij misschien niet de beste film was. Toen het me eindelijk weer begon te dagen waarover dit verhaal eigenlijk gaat, was ik al te lang aan het kijken om er nog mee op te houden. Tranen met tuiten. Maar dat kan ook al eens deugd doen.

Fietsen beats pendelen

Zelfs wanneer het stormt en de regen valt in dikke druppels op mijn blauwe helm, zelfs wanneer ik platte band heb, mijn fiets moet achterlaten aan het fietspunt en op mijn hakken te voet naar huis moet, zelfs wanneer ik al twee keer op dezelfde plek ben uitgegleden (verraderlijk bochtje, daar in de Molenstraat) en me stilaan afvraag of ik niet beter kniebeschermers dan een fietshelm zou dragen, zelfs dan vind ik het nog steeds heerlijk dat ik elke dag met de fiets naar het werk mag. De fiets is beter dan de trein, sowieso. De enige treinvertraging waar ik nu nog last van heb, is wanneer de bareel aan het station van Mortsel naar beneden is. Ik kijk dan naar de mensen in de trein die voorbijrijdt, en ik denk: jullie zitten daar en ik sta toch maar lekker hier. Dat denk ik zelfs wanneer de hagel intussen in mijn gezicht striemt. Ik had gedacht dat de gewoonte het inmiddels wel zou hebben overgenomen van de euforie, maar misschien heb ik daarvoor net iets te lang gependeld. Fietsen naar het werk, dat is voor mij de definitie van klein geluk.

Het station van Brugge in de regen op zondagavond

As we speak #5

 ’t Is winter en ik ben wreed content. Meestal toch.

 

Op een dag vind je de job van je leven
Mijn post over ongelukkig zijn op het werk van vorig jaar wordt nog steeds elke dag gelezen, maar inmiddels is me overkomen wat ik niet meer voor mogelijk hield: ik heb een leuke job gevonden. Na een korte maar ontnuchterende passage in het middenveld ben ik toch maar teruggekeerd naar het boekenvak, en ik heb het gevoel dat ik thuisgekomen ben. Mijn dagen zijn gevuld met boeken lezen – en daarvoor betaald worden hé mensen – en my inner girl geek herontdekken. Ik zit daar op mijn plek. En mijn plekje is bovendien te midden van het groen en op een kwartier fietsen van thuis, ik ben met mijn gat in de boter gevallen.

 

A chaotic mind is a burden forever
Maar het blijft een enorme uitdaging natuurlijk. Ik werk nu 90 procent, en met 100 procent gedrevenheid, wat oneindig veel meer is dan de afgelopen jaren. Als ik mijn werkweken maximaal voorbereid in het weekend – door kleren klaar te leggen, weekmenu’s te maken, collect-and-go’s te bestellen en te plannen wie wanneer brood gaat kopen – krijgen we het allemaal net gecombineerd. Maar laat dat plannen nu net de hele moeilijkheid zijn als je zo’n chaotisch hoofd hebt als het mijne. Dus nu en dan is het pompen of verzuipen, en nu, twee weken voor de vakantie is het gewoon verzuipen: zieke kinderen, te veel werk, te veel rommel in elk hoekje van mijn huis, en alleen maar sokken zonder compagnon. Het is tijd dat het vakantie is, tijd om te herbronnen, tijd om even pauze te nemen, prioriteiten te herschikken, planningen te maken en er daarna weer tegenaan te gaan. En misschien toch eens die cursus mindfulness bij Dorine inplannen …

 

Leeslust
Ook na een dag te midden van de boeken kruip ik ’s avonds wat graag in  bed met een … boek. Meestal wel in een ander genre dan wat ik overdag lees, met minder voetnoten vooral. Ik heb enkele maanden geleden besloten om geen tv meer te kijken (op enkele uitzonderingen na), en ik heb daar nog geen spijt van gehad. Mijn goodreads challenge ga ik maar net halen, maar dat is omdat goodreads halve boeken niet meetelt voor de challenge. Ik begin vaak in boeken om ze niet uit te lezen. Mijn aandacht heeft wat last van Wanderlust.

 

Wanderlust
Niet alleen mijn aandacht heeft last van Wanderlust. Ik ben zelf ook veel op pad tegenwoordig. Na vijf jaar onder de steen van het nieuwe moederschap te leven heb ik plots weer goesting om mijn kopje buiten te steken en de stad te herontdekken. En wat blijkt, de wereld is niet opgehouden met draaien omdat ik even met iets anders bezig was. De terrassen van de Dageraadplaats zitten nog steeds elke avond afgeladen vol, winters en zomers, in de week en in het weekend. In De Roma hebben ze deze maand alle muziek geprogrammeerd die ik grijsdraaide op mijn allereerste MP3-speler, dus ik ging al naar het zesde metaal en naar DAAU (hoe mooi was dat!), en volgende week gaan we naar Spinvis. Het is genieten, en tegelijk word ik er zo klotemelancholisch van.
 
Twin Peaks
Ik schreef al dat er uitzonderingen zijn op mijn geen-tv-meer-regel. En voor Dale Cooper maak ik met plezier een uitzondering, al is ook dat geen goede zaak voor mijn neiging tot onbestemde melancholie. Ik kijk naar dat derde seizoen van Twin Peaks met een glimlach die even breed is als die van the one and only Coop himself. Twin Peaks plus combistress equals coffee, dus ik drink tegenwoordig sloten koffie, alsof het zou helpen. En om me daarbij te helpen heb ik als vroeg kerstcadeau deze fantastische tas gekregen. En als je niet begrijpt wat zo fantastisch is aan die tas, dan moet je dringend naar Twin Peaks beginnen kijken.

As we speak #4

Dit is mijn vierde As we speak. In dit rubriekje – geïnspireerd door tales from the crib – vertel ik over allerhande dingen die me bezighouden, maar waarmee ik geen volledige post kan vullen.

Lezen

Veel en veel te weinig. Nadat ik Elena Ferrante heb ge-binge-lezen (bestaat dat?), heb ik zes weken over een nochtans uitstekend boek van nog geen 200 blz. gedaan, met name Nutshell van Ian McEwan. Nu zit ik ‘tussen boeken’. Ik twijfel over The Handmaid’s Tale van Margaret Atwood, Purple Hibiscus en Half of a Yellow Sun van Chimamanda Ngozi Adichie, Zout op mijn huid van Benoîte Groult of toch maar die laatste Harry Potter

Schrijven

Door een sinusitis die ongeveer zeven weken heeft aangesleept, zat ik met een letterlijke en figuurlijke writer’s block. Ik schreef wekenlang zo goed als niets. Gelukkig heb ik intussen weer de moed gevonden om enkele blogposts te schrijven en de verjaardagsbrieven aan mijn kindjes.

Kijken

Ik ben begonnen met The Crown op een avond dat ik ongeveer zes wasmanden was te plooien had. Ik kijk toch graag naar kostuumdrama’s, zeker als ze gebaseerd zijn op waargebeurde feiten. Het enige nadeel daarvan is dat ik tijdens het kijken voortdurend op mijn tweede scherm vanalles zit op te zoeken op Wikipedia. MUST. LEARN. ALL. THE. THINGS. Niet echt ontspannende televisie dus voor mij. Dat compenseer ik dan weer door – vertel het niet verder, want mijn imago – naar Blind Getrouwd en Temptation Island te kijken. En daar dan kwaad over te zijn op mezelf, want ik heb toch helemaal geen tijd voor zo’n troep.

En verder …

– Hebben we een ontzettend leuk verjaardagsfeest gehad voor de kinderen die resp. vier en twee zijn geworden. Ze voerden zelfs een show op, Martha, Thomas en nichtje Lore, compleet met bisnummers en al. Het was schitterend.

– Heb ik veel moeten denken aan toen we twee jaar geleden Martha’s tweede verjaardag vierden enkele dagen voor Thomas geboren werd en dat mama daar nog bij was, maar dat het haar laatste maanden waren.

– Hebben we het park opgeruimd dat vier jaar onafgebroken in onze living heeft gestaan. Ons park verging het zoals het alle parken op een gegeven moment vergaat: het werd een opbergbak voor rommel. Heel af en toe zette ik Thomas er nog eens in om in de kelder een was te gaan insteken, maar hij kan stilaan veilig de trap af en vaak zat er toch te veel rommel in het park om er nog een kind bij te zetten. Ik vond het toch een emotioneel moment. Afscheid van de babyperiode. Ik probeer al mijn babygerief zoveel mogelijk uit te lenen, omdat ik er nog niet aan toe ben om er definitief afscheid van te nemen. Het lijkt nog maar gisteren dat ik het verschil niet kende tussen een wieg, een babybed en een park, en vandaag heb ik al die dingen al niet meer nodig. Stop de tijd!

As we speak #3

Een rubriekje geïnspireerd door Tales from the crib, waarin ik vertel over wat me ‘as we speak’ bezighoudt.

Kijken

Na 32 jaren in dit leven besloot ik dat het tijd was om nog eens een gigantisch gat in mijn cultuur te vullen. Ik kon de Bijbel lezen, maar het moest ook nog een beetje leuk blijven. Dus we keken naar Star Wars. En oh my god, hoe kon ik dit niet eerder gezien hebben? Ik snapte niets van popcultuur, ooit, tot nu toe! Dit was een véél groter gat in mijn cultuur dan ik kon vermoeden. Nu moet ik alles opnieuw bekijken wat ik ooit heb gezien: Friends (Rachel als prinses Leia), The Big Bang Theory (Sheldon ís blijkbaar een robot), How I Met Your Mother (‘Like, first of all, how do they understand that walking bear they hang around with all the time?’). Ook moet ik Wonder van R.J. Palacio opnieuw lezen nu ik tenminste weet wie Jango en Boba Fett zijn. Ik geef toe dat ik enkele keren in slaap viel, maar dat overkomt me met de beste series/films (Breaking Bad en Game of Thrones, ik heb het over jullie). Wat telt, is dat ik de volgende dag goesting had om terug te spoelen en wakker te blijven tijdens de herkansing. Ik heb een kleine crush ontwikkeld op Han Solo. En dan prinses Leia … Was Carrie Fisher twee weken vroeger gestorven, ik had niet eens geweten wie ze was. Maar nu stierf ze enkele dagen nadat ik kennismaakte met Prinses Leia en vond ik het verschrikkelijk jammer dat ze dood is, want Wat Een Vrouw (zowel Leia als de actrice).

Is het heel raar dat ik jullie vanalles zit uit te leggen over films die WERKELIJK IEDEREEN al jaren geleden zag? Ah well, it’s my blog so …

Eten

Ongeveer drie keer per week: wortelpuree. Met dank aan een dochter die preventief bij alles wat voedsel maar geen wortel is, zegt: ‘ik lust dat niet’. (Behalve wanneer ik voorlees dat bij het proviand van Rat die Kikker redt ook pindakaas zit. Dan zegt ze: ‘Pindakaas? Ik lust pindakaas.’)

Ze heeft zichzelf ook bevorderd tot koekjescontroleur. Met een belerend vingertje in de lucht vraagt ze: ‘Mama, waarom heb jij alle koekjes opgegeten? Die waren toch niet alleen voor jou?‘ Oeps, betrapt. Ze hebben me door. Dat Thomas zijn langste woord chocoladetaart (‘koekoelataat‘) is, zal ook niet toevallig zijn zeker?

Verder hebben we ont-zet-tend slecht gegeten voor ons negenjarig jubileum slash mijn verjaardag. We gingen naar een restaurantje met goede recensies en waar ik zelf al eens lekker gegeten had, maar het viel serieus tegen. We kregen dim sum van kippenhartjes. Zoiets kan lekker of degoutant zijn, en het was helaas het tweede. De hapjes bij het aperitief waren betalend. Ik bestelde ‘makreeltjes’ van 6,5 euro en kreeg letterlijk zo’n blikje makreelfilets op olie dat in de supermarkt nog geen euro kost. Schaamteloos vond ik dat, al zal er wellicht één of ander hip idee achter zitten. Het was er koud, en we moesten lang wachten op ons eten. We wilden achteraf nog naar de cinema gaan, maar mijn voeten waren ijsklompen geworden in dat restaurant en ik wilde de kou geen twee keer moeten trotseren. Dus we gingen naar huis om … Star Wars te zien. Lekker in de warmte. Ondanks het niet zo lekkere eten, was het toch gezellig, met ons tweeën.

Schrijven

Ik moest een verhaal schrijven over een rampzalig feest. Daar heb ik mee geworsteld. Ideeën genoeg, maar een coherent verhaal schrijven, is toch nog iets anders. Ik leer er wel ontzettend veel van, van die opdrachten. Hoe moeilijk het is om geloofwaardige personages te creëren. Hoe moeilijk het is om subtiel dingen in een tekst te stoppen, waarvan je wil dat de lezer ze er zeker uit haalt. Dat het al moeilijk is om de chaos in mijn hoofd te bedwingen om een verhaal van drie bladzijden te schrijven en dat ik dus nog veel ga moeten oefenen wil ik ooit een roman schrijven. Ik ben zo blij met mijn avondlessen literaire creatie, ge kunt dat niet geloven. Bovendien heb ik nu een geheim wapen tegen mensen die gemeen tegen me zijn: pas maar op of ik schrijf u op!

Lezen

Te weinig, zoals altijd. Al is het ’s avonds soms moeilijk om Elena Ferrante aan de kant te leggen en te gaan slapen. Vannacht bijvoorbeeld werd mijn slaap gered doordat de batterij van mijn Kobo plat was.

As we speak #2

‘As we speak’ is een blogpost waarin ik alles kwijt kan wat me bezighoudt. Het zou evengoed ‘Liefste dagboek’ kunnen heten. De vorige ‘As we speak’ kan je hier vinden.

Gefrustreerd over

Te weinig slaap, alweer. De dochter van drie heeft nachtmerries. Ze wordt middenin de nacht verschillende keren wakker, huilend en boos. Ik kan haar niet troosten, omdat ze dan begint te schoppen. Zo gaat het nu al enkele nachten. Ik vermoed dat ze in een groeispurt zit. Dat wordt bevestigd door lege brooddozen en dito borden na de maaltijd. Dat we geen troostend stuk plastiek meer in haar mond kunnen rammen om haar te kalmeren, helpt wellicht ook niet. Het is een fase, het is een fase. Ik ben dus (weer) moe. Opnieuw heb ik dat vervelende gevoel dat ik vol plannen zit, maar soms niet de energie vind om mijn luie kont op te heffen. Maar er is een enorm verschil met hoe ik me een half jaar geleden voelde. Ik weet dat deze vermoeidheid voorbijgaat na enkele goede nachten.

Blij met

De laatste les van M. De afgelopen jaren kregen we twee kinderen, kreeg mijn moeder een beroerte, reed ik op en af van Antwerpen naar Brugge en Gent, stierf mijn moeder. Intussen combineerde M. een voltijdse job met een voltijdse opleiding rechten in avondschool. Al bij al bleef ik vrij veel werken die periode, tot ik kraakte vorig jaar. En hij, hij studeerde voort. Hij is nu wel een uitzonderlijk briljante student, die vent van mij (daar is hij het zelf niet mee eens, maar ik sta er soms van te kijken hoe weinig hij moet doen om te slagen). Maar gemakkelijk is het allemaal niet geweest. Ons gezin heeft de laatste jaren onder een enorme druk gestaan. Wat wij de laatste jaren hebben meegemaakt, ik ken niet veel koppels die daar zonder kleerscheuren uit zouden komen. Geen, eigenlijk. Om nog even voor de totale climax te gaan had hij dit semester vier avonden per week les, en gingen mijn schoonouders – zonder wier onvoorwaardelijke en niet aflatende hulp ik de afgelopen jaren niet had overleefd – vier weken op reis. Maar nu is zijn laatste les achter de rug. Wat een opluchting! Dat moeten we vieren!

Ook ben ik blij dat het niet vorig jaar is. Is dat raar om te zeggen? Op Pinksteren liet mama me middels haar opengesperde ogen weten dat ze dood wou. De maanden die daarop volgden waren de hel op aarde. Het was zo donker toen, in ons leven. Buiten was het zomer maar binnen was het ijs-ijs-koud. Sinds een paar weken gebeurt het steeds vaker dat ik stilsta en denk: hé, ik ben gelukkig, ik ben echt gelukkig. Het heeft me tijd gekost, maar ’t is terug. Aan deze zomer zal ik me warmen. Het wordt een totaal andere zomer dan die van 2015, die donkerder dan de donkerste winter was.

Genieten van

Het begin van die zomer waaraan ik me zal warmen. In de tuin een boekje lezen terwijl de kinderen spelen. (Zien lezen doet lezen? Of is er geen verschil tussen een moeder met haar neus in een boek en een moeder met haar neus op een smartphone?) Een ijsje eten met mijn dochter, die op mijn schoot bescherming zoekt van monsters en duikers (sic). Mijn baby – die stilaan een peuter wordt, maar ik ben nog in de ontkenningsfase – zien spelen en bijleren en daar intens van genieten. Het op zondagmiddag afbollen thuis om met mijn beste vriendin naar het badenhuis te gaan, en me daar niet schuldig over voelen. Op woensdagmiddag met de kindjes naar de bibliotheek gaan, en hen boekjes laten kiezen.

Lezen

Ik heb Stijn Tormans uitgelezen en moet mijn vorige ‘As we speak’ corrigeren. Het was helemaal geen roman, dat had ik totaal verkeerd begrepen. Het was gewoon een bundeling van nog meer reportages uit Knack. Fijn om te lezen.

Nu lees ik Revue Lanoye. Ik heb iets bijzonders met Lanoye. Hij was één van de redenen dat ik Germaanse ben gaan studeren. Toen ik ‘Het goddelijke monster’ las ging een wereld voor me open. Mijn moeder kreeg ik niet overtuigd van zijn talent. Voor haar was hij even plat en vulgair als Brusselmans. Pas toen ze ‘Sprakeloos’ las, was ze bereid haar mening (een beetje) bij te stellen. Vervolgens verloor ze zelf haar spraak, soms zit het leven toch vreemd ineen.

Tegenwoordig ben ik vooral fan van zijn opinies. Die man kan schrijven! En ik ben het meestal nog eens met hem ook. Ik moest deze bundeling dus wel lezen. Eén van de stukken in Revue Lanoye is een ode aan Boon, mijn grootste literaire held. Lanoye schrijft dat hij zich afvraagt wat Boon zou geschreven hebben over de N-VA en over economen. Zie, dat vraag ik me dus ook al enige tijd af.

In zijn ode aan Boon schrijft hij dit:

“In Hermans’ romans mocht er ‘geen mus uit een dakgoot vallen’ zonder dat die val bijdroeg tot de compositie en de betekenis van het boek. (…) Boon zette daar, aan het begin van zijn meesterwerk De Kapellekensbaan, een radicaler motto tegenover, dat duidelijk een antwoord wil geven op Hermans’ vallende mussen. Voor Boon is een roman ‘een kuip mortel die van een stelling valt’, samen met de unieke smeerboel die dat veroorzaakt op de begane grond.
Boon bemint het onaffe, het accidentele, het wanstaltige, het ogenschijnlijk chaotische en het regelrecht chaotische. Gesteld in termen van beeldende kunst is W.F. Hermans Piet Mondriaan. Louis Paul Boon is Jackson Pollock.”

Dat was nu eens een aha-erlebnis. Daarom hou ik, nachtmerrie van Marie Kondo, niet van Hermans en wel met heel mijn hart van Boon. Daarom houdt mijn beste vriendin A., Marie Kondo in disguise, zo veel van Hermans. Gesteld in termen van beeldende kunst is mijn beste vriendin A. Piet Mondriaan. Ik ben Jackson Pollock.

Dit gezegd zijnde: Boon, je moet hem lezen als je dat nog niet deed.

Luisteren

Naar de Classics 1000 op Radio 1. Damn, zo’n goede muziek, een week lang. Tom Waits en Leonard Cohen, meerdere keren per dag en soms vlak na elkaar! Ik geef toe, ik heb een dikke zwak voor lijstjes. Natuurlijk kan ik het hele jaar door naar alle klassiekers luisteren die ik wil horen als ik Spotify opzet, maar dat is hetzelfde niet. Ik hou van lijstjes en van de magie van de radio. De Classics 1000, dat is ook zo’n heerlijke combinatie van schone liedjes aller landen en kleinkunst, nog iets waar ik een dikke zwak voor heb. Ik heb een oud hart als het over muziek gaat. Je kan nog een dag meeluisteren als je wil. Doen!

As we speak #1

In navolging van Kelly en de helft van de blogosfeer waag ik me aan een nieuwe rubriek: ‘As we speak’. Die rubriek zou ook ‘ditjes en datjes’ of ‘een beetje vanalles’ kunnen heten. Maar dat doet ze niet, omdat ‘As we speak’, zeg nu zelf, gewoon veel beter bekt. In ‘As we speak’ ga ik vertellen over de duizend-en-één al dan niet banale dingen die me bezighouden. Here we go …

Eten

Tijdens het ontbijt: niet. Dan is het vooral heen en weer lopen omdat ik weer eens niet de tafel heb gedekt de avond voordien en dat Martha een boterham met kaas – nee, een cracot met confituur wil, en Thomas banaan en aardbeien en druiven en wel Nu. Meteen. met veel geroep van ‘daaaa daaa daaa kaaa kaaa kaaa’.

Mama-eten. Mama haatte koken, ik ook. (Mijn vader ook, maar hij was tegen wil en dank de kok thuis en hij maakt lekker eten. Zijn geheim is héél veel boter en héél veel zout. Denk: Jeroen Meus maal twee.) Maar er zijn een stuk of vijf gerechten die samenhangen met mama. Ik maakte voor het eerst sinds deze zomer (en voor de derde keer sinds ik alleen woon) pitn en patatn. De dag erna maakte ik balletjes in tomatensaus. Voor het eerst sinds ooit vroeg Martha een tweede portie. Enkele dagen later vroeg ze wanneer we nog eens balletjes in tomatensaus zouden eten. Balletjes for the win!

Genieten

Van de lente. De lente die stilaan terugkeert, daarbuiten én in mijn hoofd, waar de opklaringen steeds frequenter zijn en steeds langer duren, na die eindeloze donkere winter, die maar bleef duren, zelfs tijdens de zomer.

Van mijn avonden. Eindelijk kreeg ik mijn avonden terug. Ik durf het haast niet luidop te schrijven, want garanti heeft er morgen weer eentje de buikgriep of vier tanden ineens die erdoor moeten. Maar nu is het 19 uur en het is muisstil boven mij. Er zijn weer avonden waarop ik twee uur aan een stuk kan werken, schrijven of lezen, zonder gestoord te worden. Je weet pas wat je hebt als je het kwijt bent geweest. Tijd, tijd, tijd! Heerlijke tijd.

Lezen

Na het boek over Marie Curie ben ik begonnen in ‘A little life‘ omdat iedereen het vijf sterren geeft. Het ging tussen ‘Grief is the thing with feathers’ en dit. Het werd dit omdat ik positief discrimineer op vrouwen. Ik ben nog niet ver geraakt, maar dat ligt niet aan het boek. Dat start veelbelovend genoeg. Wat ik daarna wil lezen, staat ook al vast: Revue Lanoye en de debuutroman van Stijn Tormans, wiens verhalen en reportages ik prachtig vind.

Horen

Dat Prince nu ook al dood is, en denken: amai, mama hield zo van de stilte, en nu komen al die muzikanten naar daarboven en krijgt ze zelfs in de eeuwigheid geen rust.

Blij zijn

Op woensdagavond moest ik voor een vergadering een positief en negatief moment uit mijn dag vertellen. Normaal heb ik over woensdag niet veel positiefs te vertellen. Woensdag is mijn desperatehousewife-dag. Ik ben dan de hele dag thuis met de kinderen en het huishouden, en gelukkig word ik daar niet van. Integendeel, tegen ’s avonds zit in in een hoekje te huilen omdat ik me de slechtste moeder ter wereld voel. Omdat ik weer mijn geduld verloren ben. Omdat ik weer geroepen heb. Omdat ik niet weet wanneer het ooit eens leuk zal zijn, moederen. Ik like op Facebook dingen als dit:
does anyone know

Bron: Mijn baby lacht, nu ik nog.

Maar deze woensdag scheen de zon. Ik zette de kinderen in de fietskar, waar ze prompt allebei in slaap vielen en reed naar de Zoo. Met ons drietjes keken we vol verwondering rond, zij naar de dieren, ik naar hen. Ik vroeg: ‘Thomas, waar zijn de pinguïns?‘, hij wees ernaar en zei ‘daa‘. Ik zette hem uit de fietskar aan het raam van de zeehondjes. Hij keek omhoog en omlaag naar het voorbijzwemmende zeehondje en sperde zijn – onder normale omstandigheden al vrij grote -ogen nog net iets wijder open. Martha blonk van trots omdat ze haar broertje de dieren kon tonen. Ik genoot van het zonnetje en de kinderen en zag dat het goed was. Dat staat in schril contrast met de woensdagen van het afgelopen jaar.

Ik zat dus op die vergadering ’s avonds en kon me gewoon geen slecht moment meer herinneren van mijn dag. Dat het lente wordt in mijn hoofd!