Op Goodreads krijg je in december altijd een overzichtje te zien van wat je dit jaar gelezen hebt. In het licht van alle boeken die reeds bestaan en die ik nog ooit zou willen lezen, vind ik mijn eigen lijstje altijd heel mager. Maar tegelijk vertelt het mij altijd veel over hoe ik me gevoeld heb dat jaar en wat ik heb meegemaakt. Ook vele jaren nadien gebruik ik mijn Goodreads-archief als extern geheugen. Mijn boeken zijn leventjes op zich. Ik heb een verontrustend erbarmelijk geheugen, maar aan de hand van wat ik waar en wanneer aan het lezen was, kan ik me soms wél dingen herinneren.
Boeken zijn mijn houvast in een wankel en onzeker leven. Als moeder zonder moeder die de helft van de tijd haar kinderen moet missen, kan ik me soms vreselijk eenzaam en onthecht voelen, maar zodra ik over de drempel van een bibliotheek of boekenwinkel stap, voel ik me warm omringd door mijn familie. Het klinkt heel melig, maar ik vind geen betere manier om het uit te leggen. Eerder dit jaar ging ik door één van mijn depressieve en angstige episodes, die elkaar steeds sneller opvolgen met dank aan de pandemie, en toen ik De Boekuil in Mortsel binnenstapte en daar tussen de rekken liep, voelde ik een bijna spirituele rust over me heen dalen. Ik was thuis.
Plezier en wijsheid
Vele lezers voelen zich opgejaagd door hun enorme ooit-te-lezen-stapel, maar dat kan ik steeds beter relativeren. Aan een gemiddelde van 35 boeken per jaar en met een optimistische levensverwachting van nog zo’n 50 jaar zal ik nog steeds maar 1750 boeken kunnen lezen. Daarna ga ik dood en heeft niemand er nog iets aan dat ik veel gelezen heb. Dus ik lees nu vooral wat me plezier of wijsheid brengt, en ik lees vooral niets uit wat me niet meer kan boeien. Stilaan heb ik ook veel van de boeken die ik ooit eens had willen lezen achter de kiezen. Er was een tijd dat ik dacht dat ik, eens volwassen, wellicht nooit meer de moed zou hebben om mijn tanden in een klassieker te zetten. Dat blijkt niet te kloppen. De afgelopen jaren heb ik vaak halve klassiekers gelezen. De helft van De toverberg, de helft van Anna Karenina, de helft van De Gebroeders Karamazov, … Er zullen lezers zijn die dat haast blasfemisch vinden. Hálve meesterwerken lezen, barbaars! Maar als het op lezen aankomt, heb ik last van een attention deficit disorder. Er is altijd weer een ander urgenter boek dat aan mijn mouw trekt. Dit jaar heb ik wel een héle klassieker gelezen: Middlemarch. Als je nog maar één boek in je leven zou mogen lezen, kies dan maar Middlemarch. Plezier én wijsheid bij hopen.
Humor en luchtigheid
Dit jaar las ik meer voor het plezier dan voor de wijsheid. Doordat het zo’n lang, donker, eenzaam en pandemisch jaar was, had ik veel behoefte aan humor en luchtigheid. Ik heb al jaren geleden beslist om niet meer naar drama te kijken op televisie. Ik hou het op sitcoms (Friends, Big Bang, How I met your mother, Brooklyn 9-9, Superstore …), luchtige series en stand-up-comedians (Daniel Sloss! Hannah Gadsby!). Er is immers al drama genoeg in het echte leven. Met literatuur ligt dat wel moeilijk. Grappige boeken die ook nog eens goed geschreven zijn, ik vind ze niet zo gemakkelijk. (Tips zijn welkom!) Dat is wat Middlemarch zo goed maakt: het is doodernstig, en zelfs vrij zwaar om te lezen, zelfs voor een getrainde lezer, maar tegelijk is het ont-zet-tend grappig.
Mensen doen lachen is een talent dat pakweg onze millennial-hype Sally Rooney absoluut niet bezit. Normal people heb ik zeer graag gelezen, maar haar nieuwste worp Beautiful World, Where Are You heb ik na 18% ergernis aan de kant geschoven. (Op mijn Kobo lees ik percenten en geen pagina’s.) Ik voelde werkelijk niets bij de personages. De nieuwe Sally Rooney is de corona van literatuur. Net als je bij corona je smaak en geur verliest, verlies je bij dit boek je vermogen om je in te leven. Ook Jaag je ploeg over de botten van de doden, The Shadow King, Shuggie Bain en Radetskymars heb ik uiteindelijk niet uitgelezen. Ik wil lachen, niet nog meer de dieperik ingeduwd worden door fictieve miserie. Weer een andere millennial heeft me wel ettelijke malen doen schaterlachen: Tobi Lakmaker met De geschiedenis van mijn seksualiteit. Schitterend boek! Maar humor is geen voorwaarde: ik werd immers wel diep geraakt en ontroerd door Rupi Kaurs ontzettend mooie Home Body, dat een vrij alomvattend en beslist geen vrolijk verhaal vertelt over wat het betekent om vrouw te zijn vandaag, in korte gedachten en tekeningen.
Door mijn zoektocht naar luchtigheid heb ik dit jaar ook enkele boeken gelezen die ik – literatuursnob die ik ben – normaal aan me zou hebben laten voorbijgaan, maar net die boeken hebben me wel wat leesplezier gebracht: The Rosie Project (Sheldon in boekvorm), Een man die Ove heet (ontroerend én grappig), De zelfmoordclub (dubieus onderwerp, maar wel grappig), The Cactus (ik wacht op de verfilming met Reese Witherspoon in de hoofdrol) en mijn zomerboek dat ik aan iedereen zou aanraden die eens lekker wil bingelezen zonder door te hebben dat je nog aan het lezen bent: De kleine bakkerij aan het strand. Heads-up voor de literaire lezers: dat is geenszins literatuur, not even close, maar het heeft me zoveel plezier gebracht dit jaar en is daarom zeker een vermelding waard.
Harry Potter
Dit jaar was ook een behoorlijk intens voorleesjaar. Vorig jaar heb ik mijn kinderen de eerste Harry Potter voor kerst gegeven. Vorige week zijn we in boek 7 gestart. Het is nogal een journey, een boekenreeks van in totaal zo’n 3400 bladzijden voorlezen, aan kinderen die de helft van de tijd in een ander huis wonen. Voorlezen gaat zeer traag als je gewend bent om je ogen over de bladzijden te laten flitsen en hele zinnen in één keer in je op te nemen. Harry Potter zit ook vol tongbrekers. Toen JK Rowling de naam Hagrid bedacht, had ze zeker nog nooit een West-Vlaming ontmoet! Mijn dochter van acht is nogal een slavendrijver. Zelfs als ik na 40 blz. een pijnlijk droge keel heb, vindt ze het nog niet genoeg geweest en gaat ze spontaan een glas water voor me halen, opdat ik toch maar verder zou voorlezen. Mijn zoon van zes daarentegen vindt Harry Potter saai, laat niet na dat ook de hele tijd te zeggen terwijl ik aan het voorlezen ben, en wil sinds hij in het eerste leerjaar zit ook zelf mee voorlezen, waardoor er de hele tijd ruis is. Vermoeiend allemaal! Maar ook heel leuk en spannend. Zeker van die laatste twee boeken ben ik zelf erg aan het meegenieten. Potterhead tot in de kist.
Ook heb ik al jaren de gewoonte om mijn kinderen bij bedtijd voor te lezen uit om het even wat ik zelf op dat moment aan het lezen ben. Heel af en toe komt daar een klein beetje censuur aan te pas, maar dat is eigenlijk zelden nodig. Dit jaar had ik wel een primeur. Toen ik voorlas uit De passie volgens G.H. zei mijn dochter voor het eerst in acht jaar tijd (!): stop maar met voorlezen, mama, dit is echt te saai. Ik kon haar daar alleen maar in volgen. Ik heb het boek (tegen mijn principes) uitgelezen, maar enkel omdat we het gingen bespreken met mijn leesclub. Ik heb me er kapot aan geërgerd. Uit wraak voor de verloren tijd heb ik het maar één ster gegevens op Goodreads en een hele slechte review geschreven, waarover ik me dan wel weer schuldig voelde, omdat ik de eerste Nederlandstalige lezer was die dit boek reviewde op GR en dan krijgt zo’n review meteen te veel gewicht. Harrie Lemmens, de vertaler van dit boek en tevens dé Pessoa-vertaler verdient eigenlijk beter. Maar soms kan ik er zo van genieten om een boek neer te halen dat alleen dat al het de moeite waard maakte dat ik het las.
Reviews
Reviews schrijven doe ik sowieso wel graag: nadenken over wat ik precies van een boek vond en dacht, en daar dan woorden aan geven, dat zou ik mijn flow of ikigai noemen als ik niet allerlei kritische bedenkingen bij die concepten had. De linkjes hierboven leiden telkens naar mijn review van een bepaald boek. Mijn laatste review van dit jaar was voor Jonathan Franzens Crossroads. Heb ik mijn leesjaar toch nog afgesloten met an American white dude zeg …