Categorie archief: dertigurenweek

zorgverlof

Ik werk nu dus halftijds. De andere helft van de tijd neem ik verlof medische bijstand. Daar krijg ik een aalmoes voor van de RVA. Ik vind het zelf een beetje excessief. Van vol- naar halftijds is meteen een hele aanpassing. Bovendien is mijn medische bijstand voorlopig maar gering, aangezien we alleen maar op bezoek kunnen gaan bij mama en dat de zorg voorlopig nog door professionals gebeurt.

Maar ik heb er mijn kop al over gebroken en weet niet hoe ik het anders moet doen. Ik wil immers dat Martha vaak op bezoek kan bij haar oma. Maar ik wil ook dat Martha op geen enkele manier lijdt onder wat er gebeurd is. Martha slaapt nog veel (12u ’s nachts, 2 uren ’s ochtends en 2 uren ’s middags + 3 maaltijden = niet meer veel tijd om te spelen) en ik wil dat ze tussenin zorgeloos kan spelen en dat ze dan niet telkens in een auto hoeft te zitten. Toen ik de keuze maakte om in Antwerpen te blijven, wist ik dat deze dag er ooit ging komen: de dag dat mijn ouders zorg nodig hebben. En dat de afstand ons dan zuur zou opbreken. Maar ik dacht ook dat die dag over twintig jaar ging komen, wanneer ons leven netjes op orde was. Niet nu, in de bètafase van ons leven.

Ik had me voorgenomen om de perfecte moeder te zijn. Ik wil heel veel positieve aandacht geven aan mijn kind. Met een fulltime zie ik haar sowieso niet veel, maar als we samen thuis en wakker zijn, ben ik met haar bezig. Ik wil haar heel veel structuur geven, een jong leven zonder stress. Ons vaste avondritueeltje: badje, flesje, knuffelen met mama. Ik wil haar positief stimuleren. Veel samen spelen en in boekjes kijken. Veel naar buiten gaan en de dingen ontdekken. Mama is er niet altijd, maar als mama er is, is ze er honderd procent.

Dat lukte me allemaal vrij goed, tot enkele weken geleden. Plots moest ik mijn dochter die een dutje nodig had in slaap proberen te wiegen in duffe ziekenhuisgangen. Plots moest ik elke avond het avondritueeltje overslaan, omdat haar bedtijd overeenkwam met het bezoekuur op intensieve zorgen. Plots moest ik meerdere keren per dag wegrushen, terwijl ik haar met haar grote onbegrijpende ogen achterliet aan de (overigens zeer goede) zorgen van haar tantes. Plots kreeg ze dagenlang potjesvoeding in plaats van vers. Weg structuur. Weg routine. Dus bovenop de vertwijfeling omdat ik mijn moeder misschien (helemaal of voor een stuk – maar voor welk stuk dan?) kwijt was, had ik het gevoel dat ik zelf enorm tekortschoot als moeder.

Ik kan onmogelijk de perfecte moeder én de perfecte dochter zijn. Maar ik kan wel proberen. En als dat betekent dat ik dan maar even de allerminst-perfecte-werknemer / feministe moet zijn, is dat maar zo.

Consume less, enjoy more

Ik ging eens op cowbird gaan en schrijven over dingen bij cowbird passen. Vandaar in tengels. Gelieve me te wijzen op mogelijke taalfouten.

I have always been fascinated by stories of people who at a certain point in life decide to leave the rat race. You often read about them in the Saturday edition of newspapers. Managers who realize that there’s not much fulfillment to be found in firing people and making more money every day. White-collars who come to the conclusion that instead of working long days and eating in restaurants, they could spend more time in their garden to grow their own vegetables and less money consuming food that they can’t relate to. Then comes the moment that they quit their jobs and start enjoying life as it used to be and should be.

The strange thing is that I never had to join the rat race in order to know I don’t want to be a part of it, yet I did. And every day I’m wondering why, but I don’t dare to leave it. Horror stories about the crisis withhold me from living life to the fullest. Still, I don’t need much. Even though I’m living in a city that’s all about consumerism, a city of fashion where streets are filled with hipsters, wearing ugly clothes to make a statement, I don’t care that much about buying new things and looking like I gave my looks much thought. I’ve never understood why people like shopping and even find it relaxing. Is there anything more stressful than shopping on a Saturday afternoon, buying things you don’t need, spending too much money on them… I feel comfortable wearing the same clothes several times, not having the glasses and the haircut that you should have this season, having only so many pairs of shoes.

So maybe I should dare to take the big step and leave the rat race, and who knows, maybe someday I will be the one telling her story in the Saturday edition of the newspaper, about how I suddenly realized how meaningless it all was and how happy I am now.

De Manier Waarop Wij Leven

Het vorige bericht neemt trouwens niet weg dat ik een probleem heb met de Manier Waarop Wij Leven. Het hoort niet dat je zo hard moet werken om centen te verdienen om in je levensonderhoud te voorzien en dat je vervolgens wel genoeg centen maar geen tijd hebt om ook nog op een behoorlijke manier in je levensonderhoud te voorzien. We moeten streven naar een evenwichtiger leven. Een leven waarbij ambitie en voldoening elkaar niet in de weg staan. Een leven waarbij het mogelijk is om carrière te maken tot op het niveau dat je zelf nastreeft én gezond te koken én voldoende tijd met familie en vrienden door te brengen.
Mijn lief heeft eens uitgelegd dat het mogelijk moet zijn om massaal vier vijfde te gaan werken met behoud van loon, om op die manier meer jobs te creëren voor mensen die nu niet aan de bak komen. Dat leidt tot meer koopkracht én tot meer vrije tijd, waarin de mensen hun koopkracht kunnen gaan botvieren. Zo is er ruimte voor een vrijetijdsindustrie (opnieuw: meer werkgelegenheid) en hebben mensen tijd om opleiding te volgen (beter voor de kenniseconomie).
Mijn lief is goed met cijfertjes, ik absoluut niet. Maar niemand kan me kwalijk nemen dat ik dit een aanlokkelijk idee vind, hoewel ik het niet zelf nagerekend heb.
Deze mevrouw lijkt te weten waarover ze spreekt, ik geloof haar dus graag:
http://www.julietschor.org/
A Plenitude Economy

Op grootmoeders wijze

Als vrouwen in supermarkten een kant-en-klaar-maaltijd op de band leggen, staat er altijd wel iemand klaar om een opmerking te geven. Hetzij de kassierster, hetzij een bomma vraagt dan beschuldigend: “ah, geen zin om te koken?”. Je ziet die vrouw zich dan in allerlei bochten wringen en excuses verzinnen à la: “het gebeurt niet vaak” en “nee, vandaag niet maar normaal maak ik elke dag verse soep”. Alweer terechtgewezen om haar imperfectie druipt ze af en vol schuldbesef eet ze haar maaltijd die te veel zout en te veel suiker bevat en te weinig artisanaliteit, hoe hard de verpakking ook het tegendeel beweert.
Maar we moeten ons toch niet schuldig voelen! Want met alle respect voor onze grootmoeders: ze hadden wel verdomd veel tijd om alles op grootmoeders wijze te doen. Een bouillon trekken, geen probleem. Daar begin je toch lekker om 7u ’s morgens mee en terwijl je pot op de stoof staat, begin je alvast te poetsen en sokken te stoppen. Wel, om 7u ’s morgens staat de gelukkige huisvrouw van vandaag op een donkergrijs perron koffie van de Panos te nippen, terwijl ze zich staande probeert te houden tussen de massa werkmensen die allemaal een zitplaats willen veroveren op de overvolle trein.
En nee, ik voel me al lang niet meer schuldig als ik, wanneer mijn huisvrouwenbestaan begint, niet om 7u ’s morgens maar om 7u ’s avonds, langs de traiteur fiets om een pot “huisbereide” vol-au-vent te gaan ophalen (de decadente optie) of als ik aan mijn wederhelft vraag tussen Brussel en Mechelen: “Vanavond soep? We hebben nog een broccoli.” (de gezonde optie).