Een tweede kind is zo veel gemakkelijker dan het eerste. Ik ben al 13 dagen opgetogen over hoe gemakkelijk het is om voor Thomas te zorgen. Tegelijk voel ik me al 13 dagen schuldig over alle dingen die ik verkeerd heb gedaan in Martha haar eerste levensmaanden. Te beginnen met borstvoeding.
Enkele maanden geleden heb ik geschreven waarom ik ertegenop zag om opnieuw borstvoeding te geven. Mensen die er iets van weten hebben me toen verzekerd dat het niet zo hoeft te gaan, dat het ook pijnloos en vlot kan. Ik had veel redenen om het opnieuw te willen proberen. Naast the usual suspects (gezond, natuurlijk, goedkoop, wereldgezondheidsorganisatie etc. etc.), is dit voor mij de belangrijkste: je kan er niets fout mee doen. Als je baby huilt en je weet niet zeker waarom: borst. Dat kan je met een flesje niet (denk ik). Bovendien ben ik te lui om ’s nachts op te staan om poedermelk te maken.
Dus ik wilde slagen. And I made it work! Ik steek een dikke pluim op mijn eigen hoed.
Wat ik anders heb gedaan:
Huid-op-huid
Het begon op de bevallingstafel. Er was een kort dood moment: ik zat te wachten op de anesthesist voor mijn epidurale en de vroedvrouw vroeg of ik borstvoeding zou geven. Ongepland en met de assertiviteit die misschien eigen is aan vrouwen in de verloskamer maar die voor mij heel vreemd aanvoelde, vroeg ik of ik misschien zou mogen skinnen met mijn kindje na de operatie. Martha heb ik immers bij mij gekregen ingepakt in twee lagen kleren en een dikke deken. Het heeft twee dagen geduurd voor ik mijn kind zonder kleren zag. Nu ik meer van borstvoeding weet, acht ik de kans groot dat daar de kiem is gelegd voor mijn problematisch lage melkproductie.
Er was (nog) geen procedure voor huid-op-huid bij keizersnede voorzien in wat zowat het meest technische verloskwartier van Antwerpen moet zijn, maar mits de gynaecoloog en de anesthesist toestemming gaven, mocht het wel. Mijn immer meegaande aard begon zich al wat ongemakkelijk te voelen bij mijn eigen veeleisendheid, maar de gynaecoloog noch de anesthesist maakten er een probleem van. Zo geschiedde. Ze hebben Thomas 5 minuutjes meegenomen en daarna in zijn pampertje op mijn borst gelegd. De gynaecoloog kwam over het doek piepen: ‘Dat is wel speciaal, je wordt hier dichtgenaaid en tegelijk ligt je baby al bij je’. Speciaal was het inderdaad. En waarschijnlijk de reden dat ik een half uur later op recovery al heuse melk had om hem te voeden.
Melkproductie go go go
Wat ik nog anders heb gedaan: op vraag voeden. Ik snapte niets van borstvoeding toen ik pas bevallen was van Martha. Niemand heeft me toen een behoorlijke uitleg gegeven. Ik dacht dat om de drie uur voeden ook echt betekende om de drie uur. Als ze sneller vroeg, dacht ik dat het niet mogelijk was dat ze honger had. Maar dat had ze natuurlijk wel. Ik had immers niet genoeg melk. En doordat ik haar te lang liet wachten, deed ik mijn eigen melkproductie ook weer teniet. Toen Thomas op dag 1 dus zowat continu aan de borst wilde, heb ik hem gewoon laten doen. Het deed nog geen pijn en het kon alleen maar mijn melkproductie op gang brengen.
En of die melkproductie op gang is!
Mamahonger
Martha moest destijds ook twee dagen op de blauwe lamp liggen. Naast onwennigheid en onkunde om voor een kleine baby te zorgen, was dat voor mijn een extra reden om haar niet uit haar bedje te pakken. Ik herinner me nog als gisteren het moment dat mijn mama Martha uit dat bedje haalde en aan mij gaf met de woorden: een klein baby’tje heeft zijn mama nodig. ‘Dat heeft negen maanden in je buik gezeten en kent alleen jou. En nu zou dat zo alleen in dat bedje moeten liggen?’. Mijn schoonmoeder zat dat op de achtergrond volmondig te beamen. Ik schaam me daar nu een beetje voor, maar het was gewoon niet in mij opgekomen. Ik had me zo laten beïnvloeden door de antiwiegendood-rugslaapcampagnes van Kind&Gezin dat ik dacht dat een baby vers uit de buik best meteen op zijn rug in een apart bedje kon slapen. Wist ik veel dat zo’n baby de overgang van mama naar de grote wereld best via mama kon maken. Ik was zo dom toen!
Thomas heeft de eerste dagen niet van mijn zijde geweken. Het babybedje is pas uit de babybox gekomen toen ik verzorgd moest worden.
De rode knop boven je bed: gebruik hem
Wat ik nog anders heb gedaan: als het aanleggen me alleen niet lukte, heb ik hulp geroepen. Desnoods vier keer voor één borst. Ik besef nu dat het na een keizersnede moeilijk is om een goede houding te vinden om te voeden. Je buikspieren zijn naar neverneverland vertrokken en je moet een baby op je pijnlijke buik leggen, zonder dat je behoorlijk recht kan zitten of naar een gemakkelijkere positie kan verschuiven. Als je baby niet correct aanhapt, liggen je tepels binnen de kortste keren open. Ik heb deze keer wél geprofiteerd van de rode knop aan mijn bed en hulp gevraagd, onder het motto: goed begonnen, half gewonnen. Op nacht drie heeft één van de vroedvrouwen ongeveer drie kwartier op mijn borsten staan duwen. De volgende dag had ik amper nog hulp nodig. Enkele dagen later was de pijn aan mijn tepels ook voorbij.
Nu zijn we anderhalve week thuis en kan ik trots en dolblij zeggen: borstvoeding kan ook pijnloos zijn en gewoon goed gaan! Thomas zat na een dikke week terug op zijn geboortegewicht (3,280 kg) en het ziet ernaar uit dat hij sneller dan Martha op haar geboortegewicht zal zitten (3,810 kg, ze heeft er meer dan drie weken over gedaan).