Categorie archief: sofie ziet het niet meer zitten

Tot 67 werken

Tot 67 werken: dat is tien jaar langer dan mijn moeder heeft kunnen werken. Op 57 kreeg ze een beroerte. Boem, een zesde van haar hersenen weg en de helft van haar lichaam onbruikbaar. Gedaan met werken.

Tot 67 werken: dat is tien jaar langer dan mijn vader heeft gewerkt. Op 57 ging hij op brugpensioen. Hij is immers begonnen op 17 en deed fysiek zware arbeid. Laten we voor het gemak zeggen dat hij in het nieuwe systeem ook op vervroegd pensioen zou kunnen gaan. Vanaf 63. Dat zou betekenen dat hij nu één jaar van zijn pensioen had kunnen genieten voor hij voltijds de zorg voor zijn jongere vrouw moest opnemen. Zonder vervroegd pensioen was hij nog aan het werk. En wie zou dan voor mijn moeder zorgen?

Het is een waar feit dat mensen ouder worden. Maar kunnen we aub ook de leeftijd waarop mensen met hun gezondheid beginnen te sukkelen in rekening brengen voor we stellen dat werken tot 67 haalbare kaart is. Wanneer duiken kankers, beroertes en hartaanvallen gemiddeld op? En moeten we daar dan geen rekening mee houden?

Mijn grootmoeder is gestorven op 62 aan borstkanker. Mijn moeder kreeg borstkanker op 54. En mogelijk ten gevolge van haar borstkankerbehandeling kreeg ze op 57 die verschrikkelijke vernietigende beroerte. Het klinkt pessimistischer dan het is, maar ik geef mezelf 60 jaar. 60 jaar gezond leven. Alles wat ik extra krijg, zal ik in dank aanvaarden. Maar ervan uitgaan dat ik er maar 60 krijg, helpt me om de juiste keuzes te maken in het leven. En werken aan dit tempo tot 67 maakt op geen enkele manier deel uit van mijn plan.

Pick your battles

Pick your battles. Gemakkelijker gezegd dan gedaan dezer dagen. Er is zoveel om kwaad en verdrietig om te zijn, dat ik het meest van al goesting heb om mijn kopje in het zand te steken voor een jaar of vijf en dan eens te komen piepen of de mensen hun verstand teruggevonden hebben.

Waár ben ik nu het kwaadst over? Dat we moeten werken tot 67 en dat ik als twintiger nu al soms te moe ben om het allemaal rond te krijgen? Dat ik door de grote druk constant het gevoel heb tekort te schieten als moeder en dat ik nu zelfs niet voor mijn kleinkinderen ga kunnen zorgen? Dat alle soorten van tijdskrediet gezien worden als profiteren maar dat we tegelijk volop moeten inzetten op de vermaatschappelijking van de zorg? Dat een niet nader genoemde staatssecretaris van asiel en migratie er blijkbaar met een ‘sorry’ van af komt en dat racisme van de weeromstuit slechts selectief strafbaar is? Dat de cultuursector het niet alleen zonder middelen moet doen, maar ook nog eens haar kostbare energie moet besteden aan het tegenspreken van die aap van een Jo Libeer?

Gelukkig is de cultuursector welbespraakt en vechtlustig, dus die strijd is gestreden met schonere woorden dan ik ze ooit uit mijn pen kon toveren. Aan dat stukske staatssecretaris wil ik zelfs geen woorden meer vuil maken. Maar over het werken tot 67 en het gevecht tegen het tijdskrediet daarentegen moet me wel één en ander van het hart.

Wordt vervolgd, namelijk hier en hier.