roze donderwolk – editie 2

Ik ben in mijn leven nu al bijna 70 weken zwanger geweest. Dat lijkt me voldoende om te kunnen concluderen dat het niets voor mij is.

Ik hou van mijn kindjes maar ik haat zwanger zijn, zo is het. Voor mensen die (nog) nooit zwanger zijn geweest of het nooit zullen zijn: zwanger zijn is het beste te vergelijken met een permanent maandagochtendgevoel. Je staat niet al te stevig op je benen, je maag ligt wat overhoop en je hebt er flink de pest in.

Ik weet niet waar ik ophou en waar de door hormonen geteisterde zwangere vrouw begint. Ik ben verschrikkelijk moe en emotioneel. Maar ik weet niet of het voornamelijk is omdat ik dit jaar wel behoorlijk wat redenen heb om moe en emotioneel te zijn of dat het vooral aan die hormonen ligt.

Ik ben overgevoelig. Dingen die me anders wel raken, maar waar ik niet meteen van ga huilen, gaan nu recht naar mijn hart en van daaruit in een rechte lijn naar mijn traankanalen. Ik wind me ongelooflijk op in alles wat onrechtvaardig is in onze maatschappij. Deze dagen is dat nogal wat. Wanneer ik ’s ochtends een halve krant heb gelezen, heb ik al minstens vier keer gevloekt.

Mijn hoofd is als de kasten van een niet nader genoemde onbekwame huisvrouw: overvol. Er kan niets meer bij maar toch moet ik er voortdurend nog vanalles in proppen. Er valt geen structuur in aan te brengen. Ik neem me voor om alles eens grondig op te ruimen, zowel het hoofd als de kasten, maar val op elk vrij moment uitgeput in de zetel neer.

En dan heb ik het nog niet eens over de rijkelijke keuze aan kwaaltjes. Buikpijn van te niezen, buikpijn van je uit te rekken om op de snoozeknop van de wekker te duwen, buikpijn van een te volle blaas, gewoon random buikpijn, de strijd om ruimte tussen een volle maag en een dito baarmoeder. Voor je zwanger bent, heb je er echt geen idee van hoeveel buikpijnen er bestaan.

Ik ben nog maar zes maanden ver, maar voel me nu al hoogzwanger. Ik kan me amper nog bukken om speelgoed op te ruimen of mijn schoenen aan te doen. De trap oplopen is een fysieke topprestatie. Ik ben doodmoe, maar geraak moeilijk in slaap om dat mijn buik in de weg zit. Ik word wakker met rugpijn, omdat ik alleen maar op mijn linkerzij kan slapen.

Zwanger zijn is een noodzakelijk kwaad. Kon ik het maar eens delegeren.

Maar tegelijk: die kleine schopjes in mijn buik, die zou ik toch voor geen geld ter wereld willen missen. En het grote voordeel van een tweede zwangerschap is dat het voorbij vliegt. Ik sta er amper bij stil dat ik zwanger ben. Maar ik verlang wel verschrikkelijk hard naar het moment dat ik zo’n gloednieuw kindje op mijn buik krijg en denk: hé, waar kom jij nu plots vandaan? Naar zo’n kindje dat nog niet ‘nee’ kan zeggen en wegrennen als ik het wil knuffelen. Naar zo’n kindje dat niets liever wil dan de hele dag dicht bij zijn mama te zijn. Naar zo’n klein lief schattig baby’tje dat je nog niet moet opvoeden en alleen maar moet verwennen. En naar de rozewolksweken in mijn coconnetje met mijn gezinnetje. Ooo, wat verlang ik daarnaar. Dat het maar gauw lente is …

Een gedachte over “roze donderwolk – editie 2

  1. prinses op de kikkererwt

    Ik herken er heel veel van. Zwanger zijn was voor mij ook heel erg zwaar. Het uur na bevallen te zijn, leken die hormonen trouwens te veranderen, waardoor ik meteen weer mezelf werd van zodra het kind gebaard was. Dan kon ik weer logisch denken, mijn emoties controleren, …
    Tegelijk blijft het een genade, hoe zwaar ook, dat je een kindje mag dragen en het leven mag schenken. Ik ken jammer genoeg een aantal mensen voor wie dat niet zo vanzelfsprekend is, of zelfs onmogelijk. En nu ik zelf alleen ben en voel dat mijn kinderwens nog niet vervuld is, maar het ook heel onwerkelijk lijkt dat ik nog eens een kindje zal mogen krijgen, kijk ik er ook anders op terug.

    Reageren

Geef een reactie