Als er naast enkele zeer dierbare personen (you know who you are) en literatuur één iets was dat mij het afgelopen half jaar (slechts een half jaar verdorie!) uit een depressie heeft gehouden, was het wel theater. Nu en dan een avond geen rondjes draaien in mijn eigen hoofd, maar even mogen binnenkijken in dat van iemand anders. Mijn hart breekt in duizend stukken voor alle mensen die hun hart en ziel geven om ons even uit de realiteit te laten vluchten en nu opnieuw, en onterecht, gebroodroofd worden, door een maatregel van het overlegcomité die zelfs de virologen niet nodig achtten.
Er is geen Goodreads voor theater en mijn geheugen is een gatenkaas. Theater is voor mij dus een echte hier-en-nu-beleving. Ik sla dat nergens op, behalve in mijn agenda, maar daar beperk ik me vaak tot ‘Bourla Nele’ of ‘Corso Katelijne’. Ook vind ik moeilijk woorden om uit te leggen wat ik van een stuk vond. Het raakt me of het raakt me niet. Maar ik heb echt steengoede dingen gezien de laatste maanden, dus ik ben toch maar even gaan grasduinen in mijn agenda.
De Bourla
De eerste keer weer in de Bourla was na meer dan een jaar was op 2 juni. Er stonden slechts enkele stoelen, in groepjes van 2. We keken naar Regenboog, een installatie van Benjamin Verdonck, want officieel theater mocht pas twee weken later weer. Ik was vooral ontroerd door het daar opnieuw mogen zijn an sich. Ik had niet me niet eens gerealiseerd hoe erg ik het gemist had. Niet veel later was ik er opnieuw, nu in volle rijen, voor The Sheep Song van FC Bergman, een overdonderende voorstelling, die in talrijke lijstjes opduikt als één van de beste van dit jaar. Vreselijk dat ook zij nu opnieuw niet meer mogen spelen in de kerstvakantie. Wellicht krijg je volgend jaar nog een kans om te gaan kijken. Grijp ze! In het najaar zag ik David, of hoe we ons bedacht hebben, over David Foster Wallace en Het Gezin van Paemel, waarin Valentijn Dhaenens op een zeer indrukwekkende manier álle rollen speelt.
Theater aan zee
Na drie weken vakantie met de kinderen heb ik mezelf deze zomer op enkele kinderloze dagen Theater Aan Zee getrakteerd, met een stel gescheiden vriendinnen. Het waren heerlijke dagen. We moesten niet veel. Twee voorstellingen per dag en daartussen alleen wandelen, eten, wijn drinken en babbelen. Ik zag er drie goede stukken en één erbarmelijk slecht. Maar zelfs dat slechte stuk zorgde voor verbinding, want mijn goede vriendin keek me meteen na de voorstelling aan, vroeg: “zijn wij nu snobs?”, en meer woorden waren er niet nodig om te weten dat we zonet dezelfde ervaring hadden gehad. We zagen er ook Jonathan, een dystopisch maar niettemin zeer grappig stuk over een zorgrobot, met twee topacteurs. Op de verjaardag van mijn moeders euthanasie zagen we Wie oud wordt, een installatie waarin schaamteloos gelachen werd met de (zelfgekozen) dood. Het magistrale Wij, de verdronkenen van Walpurgis werd prachtig begeleid door de oranje gloed van de ondergaande zon in de haven van Oostende.
Magische dagen waren het.
Later die zomer zagen we iets van Comp Marius in het openluchttheater in het Middelheimmuseum, maar net als vorig jaar moesten zij het toch vooral van hun locatie hebben. Hoewel gespeeld door professionele en zeer goede acteurs leek het een beetje een onhandige try-out te zijn.
CC Berchem aka Corso
In CC Berchem, enkele maanden geleden omgedoopt tot Corso, is het altijd een beetje thuiskomen.
Voor Geen kersentuin van Peter De Graef waren we bij de 200 gelukkigen die nog binnen mochten na de verstrengde maatregelen enkele weken geleden. Voor de eerste keer heeft het me werkelijk iets opgeleverd dat ik altijd maniakaal snel tickets voor Peter De Graef koop. Geen kersentuin was nog eens een stuk met de kwaliteiten van zijn oudere stukken als Stanley, Rudy, Zoals de dingen gaan, … Grappig, slim en meeslepend.
De avond voor het overlegcomité opnieuw als symboolmaatregel de cultuursector de strot dichtkneep, heb ik nog het fantastische Ouder kind van Bruno Vandenbroecke en Raven Ruëll meegepikt. Ik heb waarlijk tranen in mijn ogen gehad van het lachen. Het was een heerlijk badje om in ondergedompeld te worden, wetende dat het wellicht weer de laatste keer voor een tijdje zou zijn.
Ook van Every Word Was Once an Animal was ik danig onder de indruk.
Daniel Sloss
Mijn eerste keer in de Stadsschouwburg was meteen een voltreffer: de onnavolgbare Daniel Sloss. Zo hard gelachen! Als je hem niet kent, bekijk dan zeker zijn eerste twee shows op Netflix. Al is Jigsaw een risico voor mensen die zich niet heel zeker van hun relatie voelen. Met die show heeft Sloss immers duizenden echtscheidingen op zijn geweten.
Ook Wim Helsen en Johan Petit deden me een beetje lachen, maar toch veel minder dan Sloss. Of is dat appelen met peren vergelijken?
De Singel
Als ik echt één allerbeste voorstelling moest kiezen, zou het waarschijnlijk Wachten op Godot zijn. Steengoede acteurs, en als je niet wist hoe oud dit stuk is, en hoe weinig vrijheid er toegestaan wordt door de erven Beckett, zou je zo denken dat het naar aanleiding van corona werd geschreven of geadapteerd. Niet dus. De enige vrijheid die Olympique Dramatique zich gepermitteerd heeft, was Rains on me van Tom Waits tussen de bedrijven toevoegen. Kippenvel!
Ook in De Singel zag ik A revue van Benjamin Abel Meirhaeghe. Mijn theatervriendin was daar kapot van, het werd overal bejubeld, en ik geloof best dat het één van de beste voorstellingen van dit jaar was, maar voor mij was het net iets te ontoegankelijk en wrong het tegelijk teveel om het zonder meer mooi te vinden.
Concerten
Ik hou van muziek, maar nog veel meer van de stilte, waardoor ik maar twee concerten heb gedaan dit jaar. Het Zesde Metaal in het Openluchttheater, en Bart Peeters met Martha in De Roma. Twee fijne avonden.
2022
In 2022 staan er al enkele dingen op de planning, al is het nog even afwachten hoe lang onze minister tegen cultuur de sector deze keer wil laten bloeden. Rita van Randi De Vlieghe is net óp 28/1, dus ik vrees dat we die gaan missen. Maar daar koop ik dan zeker opnieuw tickets voor! In het voorjaar ga ik naar Hannah Gadsby, en ik doe een derde poging om nu eindelijk eens Platina van Abke Haring te zien. Maar er is dus vooral nog heel veel ruimte in mijn agenda en goesting om nieuwe dingen te ontdekken. Eén goed voornemen: meer naar de Monty gaan, en niet alleen omdat ze zo’n ongelooflijke toffe nieuwe directeur hebben!
Een oprechte dank je aan alle mensen die hebben meegewerkt aan al dat schoons. Ik hoop dat we snel weer mogen komen kijken!