Stuurt de vrouwenbeweging vrouwen terug naar de haard?

In De Morgen van 31 december word ik als ‘gezinsblogster’ geciteerd door Bart Eeckhout. Dat ik in de gazet sta, vind ik wel behoorlijk cool, maar ik ben het niet helemaal eens met de stelling die hij inneemt in zijn essay over de vrouwenbeweging. Hij zegt namelijk dat we een verkeerde strijd gekozen hebben door in te zetten op collectieve arbeidsduurvermindering. Hij beweert ook dat de vrouwenbeweging de strijd om het glazen plafond te doorbreken heeft opgegeven. Dat is natuurlijk niet waar.

De strijd tegen het glazen plafond en voor collectieve arbeidsduurvermindering sluiten elkaar niet uit, integendeel. Collectieve arbeidsduurvermindering is één van de middelen om het glazen plafond te doorbreken. Als we een nieuwe voltijdse norm krijgen, wordt het voor vrouwen veel gemakkelijker om voltijds te blijven werken. Alleen als je voltijds werkt, word je serieus genomen om promotie te maken. Collectieve arbeidsduurvermindering is met andere woorden goed voor het recht op zelfontplooiing én het evenwicht tussen werk en gezin. Het één wordt niet vervangen door het ander. We willen een voltijds waarbij je je gezin niet hóeft op te offeren om het glazen plafond te kunnen doorbreken.

Hij zegt dat arbeidsduurvermindering en het basisinkomen in hetzelfde bedje ziek zijn, namelijk dat vooral vrouwen er warm voor lopen. Beide voorstellen zijn volgens Eeckhout utopisch want onbetaalbaar. De vraag is natuurlijk welk soort maatschappij we willen. Eentje waarin iedereen zichzelf voorbijholt en veel mensen ten prooi vallen aan burn-out, of eentje waarin we welzijn hoger achter dan winst. Maar zijn vergelijking met het basisinkomen loopt ook mank. Het basisinkomen is één maatregel, die volgens mij bestaande rolpatronen alleen zal bevestigen of zelfs versterken. De collectieve arbeidsduurvermindering van Femma maakt deel uit van een visie die veel breder gaat dan de dertigurenweek alleen. In de maatschappijvisie van Femma is ook een belangrijke rol voorbehouden voor betere ouderschapsverloven, waarbij beide ouders verantwoordelijkheid voor de kinderzorg moeten opnemen. Het vaderschapsverlof is met andere woorden al een prioriteit van de vrouwenbeweging. Daarnaast zetten vrouwenorganisaties sterk in op komaf maken met genderstereotypes, al van kleinsaf. Het is niet toevallig dat het initiatief Vrij Spel – Kinderen Kiezen Wel door vrouwenorganisaties (Furia, VIVA-SVV, Ella, Femma, Vrouwenraad, RoSa) en çavaria werd opgericht. Net door in te zetten op al die aspecten streeft de vrouwenbeweging ernaar om de onbetaalde arbeid (zorg) beter te verdelen tussen mannen en vrouwen, waarbij beide partners voltijds (want dertig uur) kunnen werken en de puzzel voor gezinnen gewoon eenvoudiger te leggen is.

Eeckhout vindt dat de vrouwenbeweging een ommekeer maakt in haar standpunt over kinderopvang, naar aanleiding van de opinie van Riet Ory over het kindperspectief. Ook hier gaat hij weer te kort door de bocht. Aandacht hebben voor het kindperspectief is niet hetzelfde als het belang van kwaliteitsvolle kinderopvang in vraag stellen. Dat kinderopvang belangrijk is, staat buiten kijf. Of het een goed idee is om kinderen al op drie maanden naar de crèche te sturen, is een andere vraag. Het is niet omdat kinderopvang op jonge leeftijd haar belang heeft gehad voor de emancipatie van de vrouw op de arbeidsmarkt, dat we daar nu niet kritisch over mogen zijn. Ik ben het met Riet eens dat het niet in het belang van onze kinderen is om ze al zo jong naar de kinderopvang te sturen. Bovendien komt de vrouwenbeweging, ook Femma, nog steeds op voor kwaliteitsvolle kinderopvang. Helaas laat de kinderopvang door de economische logica momenteel vaak te wensen over. Ook dat moet aangekaart worden, en iemand moet het doen. Waarom zou dat niet de vrouwenbeweging mogen zijn?

Dat vandaag vooral vrouwen oren hebben naar het ‘anders gaan leven’, klopt waarschijnlijk. Het is een bedenking die ik me al vaker gemaakt heb. Toen het stuk van llse Ceulemans op Charlie Mag intussen twee jaar geleden viraal ging, was de vaakst gehoorde kritiek erop dat ze zich alleen naar de moeders richtte. Een terechte kritiek, daar niet van, maar het viel me ook op dat het artikel massaal gedeeld werd door moeders, en veel minder door vaders, omdat het momenteel gewoon zo is dat vrouwen de grootste last dragen van het feit dat onze maatschappij niet aangepast is aan gezinnen. Net daarom dat we beter vandaag dan morgen zorgen voor een collectieve arbeidsduurvermindering. Zodat jonge vrouwen niet de keuze hoeven te maken om minder te gaan werken.

Naar mijn gevoel geeft het stuk van Bart Eeckhout een nogal eenzijdige kijk op het hedendaagse feminisme, terwijl we net een zeer brede strijd voeren: tegen het glazen plafond, tegen rolpatronen, voor betere kinderopvang én voor een betere combinatie die zowel ouders als kinderen ten goede komt. Ook in 2017 timmer ik alvast mee aan die weg. Jij ook?

(En uiteraard: gelukkig nieuwjaar iedereen!)

4 gedachten over “Stuurt de vrouwenbeweging vrouwen terug naar de haard?

  1. Tifosanele

    Ik timmer met je mee. Voor de keuzevrijheid van vrouwen. Om het glazen plafond te doorbreken en om tegelijkertijd genoeg tijd en ruimte te hebben voor de combinatie met hun gezinsleven. Ik geloof net als jij dat het een en-en-verhaal is. Waarbij de ene maatregel de andere ondersteunt en versterkt.

    Reageren
  2. Haydée

    Ik ben er van overtuigd dat er meerdere wegen zijn om het glazen plafond te doorbreken. Net zoals je een draaimolen aan meer dan één stang in gang kan trekken. De uitkomst zou moeten zijn dat mannen en vrouwen gelijke kansen krijgen om voor hun werkambities en hun gezin te kiezen.

    http://www.workinheels.be

    Reageren
  3. Kathleen

    Ik vermoed dat er veel meer mannen geïnteresseerd zijn in deze onderwerpen dan we te zien krijgen. Het is gewoon “not done” voor een man om op de barricaden te staan voor zorg en arbeidsduurvermindering. Macho-maatschappij, weet je wel. Terwijl er volgens mij meer dan genoeg vaders zijn die zeer graag minder uren zouden willen kloppen om meer bij hun gezin te zijn.

    Dat het bovendien als typische strijdpunten van de vrouwenbeweging naar voren wordt geschoven, helpt ook niet. Want alleen al het woord “vrouwen”-beweging houdt mannen buiten.

    Kan er misschien een soort genderonafhankelijke denktank of lobbygroep opgericht worden om deze onderwerpen aan te pakken?

    Reageren
  4. Kleine Atlas

    Zeer goed geschreven stuk, zeker en vast ook inhoudelijk. Je geeft sterke argumenten waaruit je visie duidelijk spreekt, maar je blijft respectvol. Het was een plezier om zo’n sterk stuk in het begin van het nieuwe jaar te lezen.

    Reageren

Geef een reactie