Ik ben tenminste geen ezel

Praat je soms met je moeder, vraagt ze.
Soms, zeg ik, maar altijd per ongeluk.

Vorige week wandelde ik naar de broodautomaat. Op de heenweg stapte ik middenin een diepe regenplas en kletste het water vol in mijn schoen. Aaargh, riep ik, en ik vervolgde mijn weg met één natte en één droge voet. Toen ik tien minuten later, diep in gedachten verzonken en met een brood voor morgenvroeg in mijn handen, weer aan dat plein passeerde, zette ik mijn andere, nog droge voet middenin in exact diezelfde plas. Aaargh, riep ik, en toen zei ik hardop: “maar ik ben tenminste geen ezel hé, mama”, waarop ik angstig om me heen keek of er niemand in de buurt was die gehoord kon hebben dat ik tegen mezelf sprak. Er was geen levende ziel te bekennen op het donkere, natte plein; alleen ik, met twee natte voeten en een brede grijns.

6 gedachten over “Ik ben tenminste geen ezel

  1. Brugse Zot

    En ik glimlach als ik dit lees. Bedankt voor jouw blogposts die mij vaak aan het denken zetten. Veel licht en warmte gewenst in deze dagen, en dat je je in het nieuwe jaar omringd mag weten door wie je graag ziet!

    Reageren

Geef een reactie