In het aprilnummer van het Femma Magazine stond een kalender om op een maand tijd je huis schoon te maken. Ik dacht meteen: niets voor mij. Want de buurman zijn hond weet dat ik niet bepaald Prinses Netjes ben.
Prinses Netjes
Ik heb die titel ooit wel gekregen, in het derde leerjaar. Dat kwam zo. Elke week werd een ‘Prins of Prinses iets’ gekozen. Prinses Rekenen, Prinses Taal, ik was ze allemaal al geweest. Alleen Prinses Netjes ontbrak nog op mijn lijstje van veroveringen. Ik heb dan maar een keer grondig mijn bank opgeruimd. Voilà, een volle bingokaart. Ik geef toe: ik was het ‘keppekiendje’ van de juf. Mijn zus moet altijd lachen om dit verhaal, al is het een beetje groen. Want zij is echt een Prinses Netjes – de Marie Kondo van West-Vlaanderen – en ze weet hoe onverdiend ik die titel kreeg.
Dat heeft ze (mijn zus) overigens van mijn moeder, haar orde en netheid. Ze was ordelijk op het maniakale af. Mijn moeder zag me doodgraag, maar er was minstens één iets van mij dat ze niet kon verdragen: mijn onvermogen om ordelijk te zijn. Het was zo evident voor haar.
– “Je neemt iets uit de kast, en wanneer je er klaar mee bent, leg je het terug.”
– “Als je iets van onderaan nodig heb, trek je het er niet onderuit. Je heft het pakje op, neemt het onderste stuk, en legt het pakje terug.”
Dat ze dat zo letterlijk aan mij moest uitleggen, zegt al genoeg zeker?
Ik kan nog steeds het misprijzen in haar stem horen wanneer ze commentaar gaf op de uitpuilende wasmanden in mijn living. Ik zie nog haar afkeurende blik die keer dat ik mijn kast opendeed en er een pak koffie op mijn kop viel. De enige opgeruimde bakken in mijn kelder zijn de bakken die zij heeft opgeruimd. Ik durf ze niet meer aan te raken.
Maar ik dwaal af …
De nachtmerrie van Marie Kondo
Al dat geminimaliseer in blogland (hier en hier en overal) inspireert me. Als je zo rommelig bent als ik, kan je immers maar beter zo weinig mogelijk rommel in huis hebben. Ik heb zeker drie volledige pakken schroevendraaiers, maar ik leg ze nooit hun plaats terug. Wanneer ik een schroevendraaier nodig heb, ga ik in de kelder kijken, om vervolgens heel kwaad te worden op mezelf omdat ze daar niet liggen. Maar waar dan wel? Soms vind ik overigens wel de lege doos.
Ik ben de nachtmerrie van Marie Kondo. Nee, ik ben de reden dat Marie Kondo werk heeft.
Bij nader inzien is die Femmamaaktschoon-challenge dus net wel iets voor mij. Het toeval wil dat ik vorige week een doos met spullen naar de kringloop heb gebracht. (Ik had daarvoor een duwtje in de rug nodig van mijn persoonlijke opruimgoeroe: mijn zus). De facebookalerts op mijn telefoon had ik al uitgeschakeld. (Wat een rust!) Ik heb een lijst met boeken die weg moeten, en enkele ervan zijn al gereserveerd door een vriendin (die overigens ook een echte Prinses Netjes is, ik laat me goed omringen). Het is niet veel, maar het is een begin.
“Je moet niet willen lopen voor je kan gaan”, hoor ik mijn opgeruimde moeder zeggen.
Zo, dit voelt eerlijk gezegd als een coming out van jewelste. Maar nu ben ik wel benieuwd naar hoe het met jullie zit, lezers. Kan jij Marie Kondo nog wel één en ander bijleren over opruimen? Begrijp je echt niet wat mijn probleem is? Of ben je net als ik een überchaoot die niet goed uit de kast durft te komen?