Een diepdroevig verhaal over boterkoeken (Hashtah West-Vlams vor Antwerpenoars)

“Ik ben niet van West-Vlaanderen. Ik ben nooit van daar geweest. Maar wanneer ik in West-Vlaanderen kom, dan is het altijd feest.”
(In mijn herinnering is dat een citaat van Herman Brusselmans, maar ik vind er online geen spoor van terug. Iemand?)

Liese schreef een blogpost over haar West-Vlaams. Ik volg graag haar voorbeeld. Je moet weten dat ik me soms erg onderdrukt voel ten huize Picnic. Helukkig neemt mijn dochter nu en dan mijn West-Vlaamse tongval over. Vooral tegen het einde van een schoolvakantie merk ik een duidelijke invloed. Ging het bij het begin van de Paasvakantie nog van:
Iek wil een ijsje (met open tweeklank)
klonk het tegen het einde van de vakantie al:
Ek wil een ijsje (met gesloten tweeklank)

Ze is al slim genoeg om te horen dat er elders anders wordt gesproken. Fragment uit een dialoog met haar grootvader.
– Opa, mag ik een stukje kiep.
– Martha, hier is er geen kiep. Wat eten we hier?
– Kep.

Soit, ik maak me weinig illusies over de overlevering van mijn dialect of zelfs mijn tongval. Het zijn en blijven Antwerpse kindjes. Zelf pas ik me ook aan, uiteraard. Ik ben ingeburgerd hoor, of ik probeer het toch, met wisselend succes. Behalve wanneer ik pas naar Bevergem of Eigen kweek heb gekeken. t’ Ku zukke deuhd doen an men ertje, voe noh e kir e muultje West-Vlams te klapn.

Enkele woordjes liggen me nauw aan het hart. Ik kan me wel voor de kop kloppen wanneer ik mezelf iets over ‘nicnacjes’ hoor zeggen. Het zijn piknikken. Ik heb er mijn blog zelfs naar genoemd. Pimpampoentjes blijf ik hardnekkig pimpampoentjes noemen, hoe vaak M. ook zegt dat het lieveheersbeestjes zijn. Overigens, mijn schoonmoeder noemt ze ‘lievevrouwebeestjes’. Ge zijt een feministe of ge zijt het niet.

En dan zijn er nog die woordjes die in West-Vlaanderen totaal iets anders betekenen dan in de rest van het land. Wanneer ik Thomas ‘e droef vintje’ noem, of ‘kleine droevaard’, betekent dat niet dat hij verdrietig is. De eerste keer dat mijn vader bij mijn schoonouders ging eten, vroeg mijn schoonmoeder of hij het lekker vond. ‘Ja, maar kzien nie zindelijk we’, zei mijn vader. De blik in haar ogen, ik lig nog altijd plat als ik eraan denk.

(droef = stout; zindelijk = kieskeurig.)

Boterkoeken

Ik heb wel één klein woordtrauma opgelopen in Antwerpen. Boterkoeken (beuterkoekn) schijnen hier namelijk koffiekoeken te heten. Volstrekt niet logisch, natuurlijk. Koffiekoeken zijn koeken voor bij de koffie zoals daar zijn: rachellekes of speculoosjes. Of café noirs, die hebben zelfs koffiesmaak. Boterkoeken zijn koeken met heel veel boter, zoals daar zijn: croissants of lange suisses. Daar dachten die Antwerpenaren duidelijk anders over, dus ik paste me aan. Maar ik leefde in de overtuiging dat zelfs in Antwerpen één bepaald soort koffiekoeken ‘boterkoek’ heet. In de Panos had ik namelijk altijd zonder problemen boterkoeken met rozijnen kunnen bestellen.

Tijdens onze verhuis wilde ik voor mijn moeder boterkoeken met rozijnen kopen. Dat waren haar lievelingsboterkoeken. Ik vroeg dus bij de bakker of ze ‘boterkoeken met rozijnen’ had. Ze keek naar me zoals er normaal alleen in Gent naar West-Vlamingen gekeken wordt, met ogen die lijken te schreeuwen: ‘Ga terug naar uw eigen land’. Onvriendelijk, op het agressieve af, zei ze: ‘Boterkoeken? Dat hebben we hier niet. Dat bestaat alleen in West-Vlaanderen.’ Ze zou dat West-Vlaamse gevalletje dat hier pas kwam wonen wel eens uitleggen hoe het in elkaar zit in Antwerpen. Haar bakkerij zat dan nog op de Diksmuidelaan, godbetert.

Ik schrok van haar onvriendelijke reactie, slikte even en bestelde braaf verder. Enkele ogenblikken later stond ik op straat, met een zakje croissants in de hand, en in mijn hoofd honderd gevatte tegenreacties op haar onvriendelijkheid. Zo vergaat het een brave West-Vlaming in assertief Antwerpen. Ik heb nooit meer boterkoeken durven bestellen aan deze kant van ’t water.

 

Heb je ook al eens zo’n dialecttrauma opgelopen? Of een grappige spraakverwarring?

 

 

We zitten ook nog steeds op Facebook en wel hier.

22 gedachten over “Een diepdroevig verhaal over boterkoeken (Hashtah West-Vlams vor Antwerpenoars)

  1. Falderie

    Bedoel je niet gewoon “ne rozijnekoek”? 🙂

    Ik heb hier in West-Vlaanderen hetzelfde als jij hoor.
    En zindelijk… Ik keek ook eventjes vreemd toen ik dat net las!

    Reageren
    1. Sofie Bericht auteur

      Hihi. Een Antwerpse in West-Vlaanderen is helemaal bijzonder hé. Je kan een clubje oprichten met Jan Verheyen 🙂

      Reageren
  2. Viviane Van Pottelberghe

    ik – West-Vlaamsche in hart en nieren, ja zelfs een Brugsche zot uut Sintekruus – zit hier te schaterlachen bij de opmerking van je vader toen hij op visite was bij jouw schoonmoeder.
    Saluutjes, Viviane

    Reageren
  3. Eilish

    Ik heb tijdens mijn vrijage met de echtgenoot hem eens onbedoeld beledigd. Ondanks het feit dat wij maar 15km van mekaar woonden betekenen woorden in ons dialect soms niet hetzelfde. Ik noemde hem een ‘scheirdighaard’ wat in mijn taal een onvoorzichtige chauffeur betekent. Bij hem bleek dat echter een persoon te zijn die er onverzorgd uitziet qua kleren en hygiëne.
    Ze zijn echt achterlijk in Antwerpen. Wie kent er nu geen boterkoek ?

    Reageren
    1. Sofie Bericht auteur

      Ja, hier is een ‘schurdigaard’ toch ook een schurdige chauffeur. Sinds ik mijn rijangst overwonnen heb, moet ik gelukkig niet meer zo vaak met schurdigaards meerijden.

      Reageren
  4. Jolien

    Oooh zo herkenbaar! Na de studies in ’t Leuvense blijven plakken en daar woonden we tegenover een bakker. Waar ik dan altijd een “klein bruin bakske” wou gaan kopen. En de madam van den bakker me altijd corrigeerde met “een klein grijs carré’ken bedoelde?”. “Jaaa-haaa, ik woon hier nu al twee jaar, ge weet welk brood ik wil, stop eens met me te corrigeren” 😉
    Nu gelukkig terug naar West-Vlaanderen verhuisd. Zalig om op zondagmorgen “een beuterkoeke en e kljin brun bakske” te kunnen kopen!

    Reageren
    1. Sofie Bericht auteur

      Zie, ik merk zelfs al niet meer dat ik tegenwoordig altijd een grof brood bestel in plaats van een bruin brood. Taalverloedering, wat ik je brom!

      Reageren
  5. Mrs Brubeck

    Ik blijf het gewoon grappig vinden dat sommige woorden totaal iets anders betekenen! Ook al ben ik geen West-Vlaamse, ik weet wel wat boterkoeken zijn 😃😃
    Maar me onvriendelijk laten behandelen, daar doe ik niet meer aan mee, ik zeg er gewoon iets van!

    Reageren
  6. sop.hie.s

    En ik vind dat juist zo’n schoon taaltje, dat West-Vlaams.
    Ik ben zelf van Antwerpen, alle ja de Voorkempen maar met een vader van Merksem en een moeder uit Schoten is mijn taal eerder Antwerps dan Kempens…
    1: serieus, wie kent er geen boterkoeken. Wij noemen het ook koffiekoeken, maar dat niet verstaan noem ik hardleers zijn …
    2: wij hebben een tijdje in Kortenberg gewoond. Ze zagen mij afkomen met curryworsten in het frituur toen. Wist ik veel dat dat blijkbaar in heel Belgie, buiten Antwerpen dan toch, frikandel heet.

    Reageren
    1. Sofie Bericht auteur

      Ik dacht dat het overal curryworst was en alleen in West-Vlaanderen frikandel. Maar het is dus een exclusief Antwerps woord, goed om te weten. Frikandel blijft frikandel bij mij, omdat ik dat nu eenmaal niet zo vaak bestel als een bruin brood.

      Reageren
  7. Sofie

    Haha, ik vraag me af welk effect dat ooit op onze kleintjes zou hebben, die West-Vlaamse vader. Nu spreekt hij sowieso wel minder dan dialect dan jij denk ik. Zijn grootste taalschok was de confrontatie met het Kempisch :).

    Reageren
  8. fieke

    De roots, heerlijk! Wij wonen allebei als West-Vlamingen in Oost-Vlaanderen, maar kunnen ons hier goed aanpassen. Grappiger is het als onze ouders op bezoek komen, of als we met hen hier ergens op bezoek gaan. Ik ben benieuwd naar hoe ons kindje op het dialect zal reageren, want thuis blijven we natuurlijk wel West-Vlaams spreken 🙂

    Reageren
  9. Lize

    Hihi 🙂 Ik heb het omgekeerde voor: een Leuvense in West-Vlaanderen. En de eerste keer dat ze vroegen “jeundje u ier?” viel ik toch ook totaaaaal uit de lucht. Ook vreemd als mijn zoontje van 2,5 zegt “ma nee mama, tis papeHaaai, niet papeGaai”.

    Reageren
  10. Machteld Sohier

    Ik had vroeger een Antwerpse vriend (die gestorven is) , die als hij in Ieper was altijd zelf naar de bakkerij wou gaan omdat hij zo graag ‘butterkoekn’ bestelde. Ik hoor hem nog met zijn hese stem: ‘En dan had ik nog graag vier butterkoekn’.

    Reageren
  11. Tiny

    Ik lees dit nu pas, net nu ik dit weekend weer een sandwich/pistolet/piccolo spraakverwarring had. En ik ben maar verhuisd binnen West-Vlaanderen, van Brugge naar het zuidelijke Wevelgem. Boterkoeken is hier trouwens één soort boterkoek: die gewone met rozijnen.
    Als ik zes boterkoeken vraag, wil ik daarna gaan specifiëren welke het moeten zijn, maar néé, er liggen al zes gelijke in ’t zakske. ’t Beuseke, pardon.
    En ik vraag NOOIT een bakske als ik brood wil, voor mijn kop niet. ’t Is ofwel een blok, ofwel een rond. Allez zeg, een bakske! 😀

    Reageren
  12. Koen

    Wat een leuk stukje. Mijn grootmoeder was WestVlaamse – uit Dentergem – die dezelfde route heeft bewandeld. Naar het Antwerpse verhuisd. Als kind moest ik altijd lachen als ze zei dat we op ons ‘protte’ moesten gaan zitten … lachen … wie gaat er nu op een ‘scheet’ zitten?

    Reageren

Geef een reactie