“Ik heb zoiets van …”, dat hoor je wel nog eens, maar niet meer zo vaak als enkele jaren geleden, toen iedereen zoiets van had.
Daarna werd het vervangen door “Ik ben zo iemand die …”. Die trend was volgens mij te wijten aan het toenemende gebruik van sociale media. Je hield plots niet meer alleen van je kussen omdraaien naar de koude kant als je het te warm had ’s nachts, nee, je maakte nu deel uit van de groep mensen die hun kussen omdraaien naar de koude kant als ze het te warmen hebben ’s nachts. “Ik ben zo iemand die zijn kussen omdraait naar de koude kant” of “Ik ben zo iemand die van rood houdt.” Je was nooit meer uniek met iets, je deelde plots altijd alles met een groep van mensen en dan kon je zelfs virtueel lid worden van die groep.
Nu is er weer een nieuwe trend in taalgebruikersmiddens, met name: “Ik stel alleen vast dat …”. Dat wordt het vaakst gebruikt in interviews met politici en ander machtig gespuis. Waarschijnlijk ligt die evolutie eraan dat de pers tegenwoordig niet meer veel meer te bieden heeft dan een verzameling meninkjes en opinietjes. Objectieve berichtgeving is niet meer aan de orde. Als je iets zeker wil weten, moet je vijf pro’s en contra’s met elkaar vergelijken en dan weet je misschien iets, maar meestal nog steeds niet. Politici en ander machtig gespuis willen met het gebruik van “ik stel alleen vast …” volgens mij dus uitdrukken dat ze zich baseren op feitelijkheden om hun zoveelste meninkje te verkondigen. Ze willen de suggestie van geloofwaardigheid wekken door te beweren dat ze zich beroepen op een objectieve vaststelling. Wat valt daar tegenin te brengen, behalve: ‘beauty is in the eye of the beholder’ en al de rest dus ook.
“Ik stel alleen vast dat …” is het nieuwe “Ik heb zoiets van …”.
Een reactie plaatsen