Toen ik in de Wolstraat woonde, boven de Groene Waterman in de Consciencebuurt om de hoek van het Letterenhuis, dacht ik: does it get any more poetic than this? En heb je ooit, it does! Mijn nieuwe buurt is nog poëtischer en op een veel ongedwongener manier. Zo passeert er hier geregeld een karretje met luidspreker om oud ijzer op te halen. Het bandje dat ze afspelen, gaat als volgt: “Oud ijzer. Koper. Lood. En zink. Platte batteries. En ook oude wrakken van auto’s.” Het klinkt zo ritmisch en repetitief dat ik er telkens voor de rest van de dag mee in mijn hoofd zit. Readymade poëzie. En daarnet ben ik door het gat in de haag naar mijn volkstuintje gekropen. Hoe Jip & Janneke is dat! Ik heb “mijn” volkstuintje dus eindelijk gevonden. Het zegt: “je herkent me aan mijn betonmolen.” Dat betekent dat we nu een tuin in de zon hebben. Toevallig schijnt op dit eigenste moment ook het allereerste waterachtige zonnetje. Het schreeuwt me toe: de lente komt eraan. Ik verlang al!
ode aan mijn nieuwe buurt
Een reactie plaatsen