Verdriet

Verdriet. Dat is: niet kunnen huilen, maar dan Stef Bos opzetten en niet meer kunnen stoppen met huilen. Dat is: bij elke oudere vrouw die ik tegenkom, me afvragen of die nu tien of twintig jaar ouder dan mijn mama is. Dat is: het gevoel hebben dat je nooit meer oprecht van het leven zal kunnen genieten. Wel beter weten, maar gewoon even niet zien hoe je hier nog uit kan geraken. Verdriet, dat is: me vastklampen aan mijn kindjes met al wat ik heb, maar me ook afvragen of die kleine schoudertjes zoveel verdriet wel kunnen torsen. Dat is: bijna zeker weten dat ik langer zonder mama zal leven dan met. Me afvragen hoe veel er nog van haar zal overblijven over dertig jaar. (Denken aan Meggie en weten dat een mens nooit echt vergeet, maar dat verdriet ook nooit echt slijt.)

Verdriet, dat is: dat mensen vertederd naar me glimlachen, want wat ze zien is een jong moedertje, met een baby op haar buik en een peuter aan de hand. En ik die het het liefst van al zou willen uitschreeuwen: ge zoudt eens moeten weten! Dit jonge moedertje is ook een klein meisje van 30 jaar dat op het punt staat haar mama te verliezen. Maar dat doe ik niet. ‘Geniet ervan’, zeggen ze en ik lieg: ‘zal ik doen’.

Verdriet, dat is: denken aan het leven zoals het zou moeten zijn en boos worden, nog altijd even machteloos en boos als zestien maanden geleden. Verdriet, dat is als niets, maar echt niets helpt. Als zelfs de prachtige glimlach van je zoon en de lieve knuffels van je dochter je niet beter doen voelen. Dat is weten dat die kleine kindjes nooit zullen weten wat voor iemand hun oma was.

Verdriet, dat is: mezelf zien huilen in de spiegel en plots zien hoe hard ik op haar lijk. In de spiegel het wanhopige gezicht zien dat ik de afgelopen maanden zo vaak machteloos heb moeten aanschouwen bij haar.

2 gedachten over “Verdriet

Geef een reactie