Wat ik nog weet van jou.

Wat ik nog weet van jou. Is niet meer veel. En wordt steeds minder.

En hoe meer ik het probeer vast te houden, op te schrijven, te bewaren, hoe sneller het van me wegglipt, hoe artificiëler het wordt.

Want toen je me nog kende was mijn geheugen goed. Dat is al lang geleden. De herinneringen aan jou heb ik het zorgvuldigst bewaard. Toch heeft de tijd ook daar de hoekjes afgeknaagd. Want we waren nog zo klein. En je bent al zo lang geleden.

Patrick Swayze is gestorven in 2009. 13 jaar later dan jou. Ik weet nog dat ik bij je op bezoek kwam. Je had net een liefde, obsessie voor Patrick Swayze ontwikkeld. Je danste alle scènes in dirty dancing na. Ik moest meedoen. Of toch tenminste kijken. Niet weggaan. Ja, maar mijn papa wacht met het eten. Nee, nog dit stukje. Dit moet je zien. Dit is zo goed.

De tastbare herinneringen aan jou zijn op een paar handen te tellen: enkele foto’s, een briefje, een communieprentje, mijn doos kleurpotloden, een cd die je me voor mijn verjaardag gaf. En hoe ouder we worden, des te meer de herinneringen in mijn hoofd vervagen en vervormen. Zij krijgen het potsierlijke van een te vaak verteld verhaal, dat nooit meer waar wordt. Ook hier vreet het zuur van de tijd zich door alles heen.

En ik voel me soms schuldig wanneer ik denk dat ik je mis. Want hoe kun je iemand nog missen terwijl het al zo lang zonder haar lukt. Terwijl ik geen moeder ben, geen vader, geen broer en ook geen zus. Herinneringen krijgen de status van legende, verdriet wordt de herinnering aan verdriet, en de verhalen krijgen een zweem van dweperij. Je stelt je zoveel vragen. Is dit nog zuiver verdriet of is het zelfmedelijden? Moet je er nog aan denken om de herinnering levendig te houden of moet je het net vergeten en voortgaan met je leven. Zouden we elkaar nog gekend hebben, als je niet was doodgegaan?

Maar wanneer ik dan zo’n nieuwe, oude foto zie, een foto die nog iets weerspiegelt wat meer is dan een beeld dat verankerd zit in mijn hoofd, wanneer ik dan zo’n nieuw, oud verhaal lees, dan is het weer alsof ik je gisteren nog zag. Aan het schietkraam in het dorp, met je zus. Dan herinner ik me je precies zoals je was, ook al lukt het niet om dat te vertellen. Op een niemandsland van leeftijden kom ik je tegen. Ik denk aan je, niet aan het verdriet, maar aan jou, ik zie je terug. Dat is zo’n warm gevoel, daar word ik blij van.

Een gedachte over “Wat ik nog weet van jou.

  1. Pingback: Meggie, 1985-1996 | Perfect Day for a Picnic

Geef een reactie