9 maanden is verschrikkelijk lang.
9 maanden is verschrikkelijk kort.
Kort, omdat er zo veel moet gebeuren, met een inherent onvermurwbaar deadlinemonster.
Kort, omdat het voorbij vliegt. Eerst is er niets en dan is er plots bijna een halve meter kind. En het lijkt wel alsof er daartussenin geen tijd verstreken is.
Kort, omdat dit de enige maanden van mijn leven zijn dat ik schaamteloos eersteklassemensen kan guilttrippen om hun plaats af te staan aan mij in de trein.
Kort, omdat dit de laatste maanden zijn dat ik zorgeloos kan doen wat ik wil: in Brussel blijven hangen na het werk, te lang op café zitten, een hele namiddag in bad liggen, uitslapen, een True Blood marathon houden in mijn eentje, …
Kort, omdat het precies gisteren was dat ik tijdens het concert van Damien Rice stond te denken: “mooie liedjes, maar bah, ik moet kotsen, morgen toch maar eens een predictor kopen … ”
Lang, omdat 9 maanden zonder eetlust deprimerend zijn. De aanhoudende misselijkheid ben ik stilaan kotsbeu (pun intended). En ik eet doorgaans zo graag …
Lang, omdat voor die emotionele flexibiliteit hetzelfde geldt.
Lang, omdat ik me nog amper kan herinneren hoe het was om niet zwanger te zijn.
Lang, omdat het zelfs al honderd jaar geleden lijkt dat we het contract ondertekenden bij de crèche toen in mijn buik nog maar een vaag conceptje zat.
Lang, omdat je zoveel verschillende stadia doorloopt op enkele maanden tijd: van “ik ga de slechtste moeder ooit zijn” over “ik ben keigraaf, want ik heb al een crèche” over “o nee, ik ga dat nooit kunnen zoals die en die en die dat doet” tot “kijk eens hoe goed we bezig zijn, alles is bijna klaar”.
Kortom, er is een reden voor dat een zwangerschap 9 maanden duurt.
9 maanden is net lang genoeg.