Maandelijks archief: september 2015

3 belangrijke levenslessen die ik geleerd heb

Het leven heeft me de laatste tijd veel geleerd. Ik haal er drie lessen uit die ik met jullie wil delen. Ik schrijf wel dat het dingen zijn die ik geleerd heb, maar de waarheid is dat ik ze nog volop aan het leren ben.

1. Maak je niet te veel zorgen

Ik maak me altijd te veel zorgen. En wat zie je dan? De dingen waarover je je zorgen maakte gebeuren niet. De dingen waar je geen benul van hebt gebeuren wel. Zo wist ik niet dat melktandjes zo gemakkelijk loskomen en dat 1 op 6 Belgen getroffen wordt door een beroerte. Maar ik heb wel het geluk gehad om twee keer heel snel zwanger te worden en twee heel gezonde mooie kinderen te krijgen. Ik ben daar dankbaar voor.

Ik heb minstens 50 dingen om dankbaar voor te zijn. Ik heb hier en daar wat pech gehad, maar het heeft geen zin om mezelf te laten verlammen door angst voor alles wat nog zou kunnen gebeuren. Als slechte dingen moeten gebeuren, gebeuren ze toch. Het beste wat je kan doen, is geloven dat ze niet zullen gebeuren.

Ik probeer me minder zorgen te maken, want veel dingen lossen zichzelf uiteindelijk wel op.

2. Wees mild voor anderen

Everyone you meet is fighting a battle you know nothing about. Be kind. Always.

Ik vind van mezelf dat ik vroeger nogal snel een oordeel klaar had. Nu heb ik aanvaard dat ik niet altijd kan weten waarom iemand zus of zo in elkaar zit. Ik ben opener. Ik probeer andere mensen te nemen zoals ze zijn. Ik probeer niet te oordelen als ze keuzes maken die ik niet zou maken. Ik probeer altijd het grotere geheel te zien.

Empathie kost geen geld, alleen een beetje moeite. Ik probeer empathisch te zijn voor anderen. Ik probeer te luisteren. Ik zal niet beweren dat het altijd lukt, maar proberen is al het halve werk.

3. Wees mild voor jezelf

De beste raad die ik van iedereen heb gekregen de afgelopen maanden is deze: wees niet te streng voor jezelf. Het is tevens de moeilijkste.

Ik vind dat ik al niet zo streng ben als andere moeders om me heen. Ik ruim niet altijd al het speelgoed op. Ik maak de puzzels niet elke avond opnieuw om zeker te zijn dat er geen stukjes verloren gaan. Ik laat de keuken ’s avonds vaak overhoop staan, omdat mijn pijp uit is. Ik stofzuig maximum één keer per week, ook wanneer Kind 1 cornflakes eet. Ik maak niet elke dag vers eten klaar. Soms knuffel ik mijn kindjes liever dan de was te plooien. Ik ben niet altijd consequent in mijn opvoeding.

Maar toch ben ook ik nog veel te streng voor mezelf. Ik wil mijn beide kinderen heel veel aandacht geven. Ik wil sterk zijn en er staan voor hen, ook al ben ik oververmoeid. Ik kan moeilijk nee zeggen.

Loslaten, we moeten het allemaal leren. Loslaten en mild zijn voor onszelf.
Toen ik dit filmpje zag, moest ik slikken. Watch and learn.

Loslaten is levenslang leren. Een blogpost met een droomsequentie …

Droom

We staan aan de rand van een groot zwembad. Er is een feest. In de ene helft is een watervoetbalmatch bezig. De Echtgenoot is ernaar aan het kijken maar vooral aan het kletsen, lachen en drinken met vrienden. Ik sta aan de andere (lege) helft van het zwembad naar M. te kijken die in het water aan het spelen is. Een fractie van een seconde kijk ik naar de Echtgenoot en dan terug naar het zwembad. M. is verdwenen. Een meisje roept: M., M. is weg! We zien haar naar de bodem zakken. Wel zes mensen springen in het water. Ik spring ook, althans dat denk ik, maar als ik mijn ogen opendoe blijkt dat ik nog altijd geblokkeerd langs de kant sta. Ik sta te roepen en te huilen, ik denk dat ze al dood is. M. wordt uit het water gehaald. Ze leeft nog. Ik voel me de slechtste moeder ter wereld. Mensen kijken me boos aan en zeggen me: wat een idee ook, dat kind kan toch nog niet zwemmen. Alsof mijn schuldgevoel nog niet groot genoeg is. De Echtgenoot verwijt zichzelf niets. Andere mensen verwijten de Echtgenoot niets.

Ik word wakker. Oef, het was maar een droom. Maar wel een droom die me griezelig veel vertelt over de verpletterende verantwoordelijkheid die ik mezelf aanpraat als het mijn kinderen aangaat.

Het zevenkoppige monster genaamd schuldgevoel

‘Ge zijt zo katholiek soms’ of ‘ge zijt zo West-Vlaams soms’, zegt de Echtgenoot vaak. Ik denk dan: ‘Nee, ik ben gewoon een Moeder’. Want wat hij bedoelt is: ‘gij met uw schuldgevoel altijd’. Het is een zevenkoppig monster. Het zit in mijn hoofd en ik kan het niet bedwingen.

Ik voel me: Constant. Schuldig. De hele tijd. Het houdt niet op.
Ik voel me schuldig tegenover de kinderen omdat ze niet genoeg bij mij zijn.
Ik voel me schuldig tegenover de kinderen omdat ik hen niet genoeg aandacht geef als ze wel bij mij zijn.
Ik voel me schuldig tegenover het ene kind wanneer ik het andere aandacht geef, en je hoort me al komen, ook omgekeerd.
Ik voel me schuldig tegenover Kind 1 wanneer ze Kind 2 bij ons in bed ziet liggen.
Ik voel me schuldig tegenover Kind 2 wanneer ik ’s avonds zoveel werk heb aan zijn zus dat hij zichzelf maar wat moet bezighouden.
Ik voel me schuldig wanneer ik mijn kinderen in de crèche afzet waar er te veel kinderen voor te weinig personeel zijn.
Ik voel me schuldig wanneer ik Kind 1 brood geef van een dag oud. Of wanneer ik haar weer maar eens fish sticks geef, omdat ze dan tenminste íets eet.

Zo kan ik nog wel even doorgaan, maar you catch my drift.

Verpletterend verantwoordelijkheidsgevoel

Ik voel me voortdurend schuldig, omdat ik me ook zo vreselijk verantwoordelijk voor hen voel. Ik voel me eindverantwoordelijke voor hun fysieke, mentale, intellectuele en emotionele ontwikkeling.

Ik ben geen perfectionist, nooit geweest. Behalve als moeder. Voor mijn kinderen is perfect nog niet goed genoeg. Ik stel mezelf constant in vraag. Ik vraag me voortdurend af of ik het wel goed genoeg doe. Dit zijn maar enkele vragen waar ik elke dag tegenaan loop.

Hoe leer ik hen zelfvertrouwen zonder dat ze denken dat ze al slim zijn en dat de rest vanzelf komt?
Hoe leer ik hen voorzichtig zijn zonder angstig te worden?
Hoe leer ik hen vertrouwen te hebben in de mensen zonder naïef te zijn?
Hoe leer ik hen behulpzaam te zijn zonder dat ze over zich heen laten lopen?
Hoe leer ik hen dat mama onvoorwaardelijk van hen houdt en er altijd zal zijn, zonder dat ik mezelf verlies, alleen nog mama ben en niet meer Sofie?

Ik moet leren loslaten

Ik denk dat dat allemaal op mijn schouders rust. Maar dat doet het niet.

Ik moet leren dat ik maar één van de invloeden op hun leven ben.
Ik moet leren dat hun emotionele ontwikkeling niet staat of valt met één woord dat ik zeg of een gebaar dat ik stel.
Ik moet leren dat hun zelfvertrouwen niet afhangt van mijn reactie op die ene tekening of uitspraak.
Ik moet leren dat ze niet elk moment van de dag blij moeten zijn om gelukkige mensen te worden.

Ik moet de lat voor mezelf niet hoger leggen dan voor anderen.
Ik moet leren dat ik ook een goede moeder kan zijn zonder perfect te zijn.
Ik moet leren dat goed genoeg echt goed genoeg is.

Ik moet leren loslaten.

Ik. Moet. Leren. Loslaten.

It takes a village to raise a child. Ik moet niet dat hele dorp willen zijn.

Welkom herfst, ik heb op je gewacht

Ik ga slapen. Ik heb morgen wel pijn.
(Herman de Coninck)

Enkele jaren geleden schreef ik – op de verjaardag van mijn mama zie ik nu – deze ode aan de herfst. Dit jaar ben ik opgeluchter dan ooit dat het bijna zover is. Bijna herfst. Het regent al. Het was een broeierige zomer. Four funerals and a wedding. Behalve dat trouwfeest is er over deze zomer niet veel goeds te vertellen. Ik vind dat hitte verdriet zwaarder maakt dan het al is.

Veel mensen associëren zomer met rust. Het is vakantie, niets moet. Bij mij werkt dat niet zo. In de zomer heb ik het gevoel dat ik vanalles moet. Ik moet van de zon genieten en altijd buiten zijn, maar tegelijk is er binnen zo veel te doen. Daar word ik dan ongelukkig van omdat ik niet genoeg tijd heb om het allemaal te klaren. Nu het herfstig weer is, kan ik rustig in de zetel blijven zitten, een theetje drinken en genieten van de voorgeschreven rust. Als het regent en koud is buiten, kom ik tot rust.

Wake me up when september ends

Wake me up when september ends. Dat zet ik elk jaar op facebook. Want sinds mijn onnoemelik verdriet is september ook niet bepaald mijn lievelingsmaand. Dit jaar neem ik het letterlijk. Op voorschrift van de dokter blijf ik nog een maand thuis. Overdag bijslapen wat Kind 2 me ’s nachts niet gunt.

En dan hoop ik dat ik er in oktober weer sta. Dat ik mijn prikkels weer kan verwerken en het gewone leven weer aankan. Dat ik weer kan slapen zonder elke nacht te dromen dat onze kinderen uit een rubber bootje vallen op volle zee, in de auto vergeten worden tijdens een hittegolf, of kwijt geraken in Planckendael. Dat ik weer gesprekken kan hebben zonder achteraf te liggen woelen om de losse eindjes te reconstrueren. Dat ik weer naar een onnozele film als ‘The queen’ kan kijken zonder de rest van de nacht aan Diana te liggen denken. Dat in slaap vallen niet meer zo letterlijk aanvoelt, alsof ik in een diepe diepe put val.

Ik schrijf dit op en merk hoe triestig het weer allemaal moet klinken. Maar ik ben niet pessimistisch. Ik geloof erin. ‘Na regen komt kracht’, schreef Prinses. Ik heb in mezelf een kracht ontdekt die ik voorheen niet kende. Als ik nu nog een beetje kan rusten, weet ik dat ik daarna met die kracht heel veel zal kunnen doen.

Het is een luxe dat het enige medicijn dat ik nodig heb om beter te worden slaap is. Het is een luxe dat ik in september mijn kindjes drie dagen per week naar de crèche kan sturen, zodat slaap niet langer een onbereikbare droom is, zoals de afgelopen maanden. Het is een luxe dat ik dat mag en dat ik dat kan.

Dus: wake me up when september ends.
Welkom herfst, ik heb op je gewacht.