Lieve mama,
Het is een trieste verjaardag vandaag. Wat valt er nog te zeggen? Dat ik je mis, sommige dagen harder dan andere.
Er zijn dagen dat ik het verdriet opzoek. Ik google je. Ik kijk naar foto’s van je. Sla je zelfgehaakte sjaal om mijn schouders. Lees je mails opnieuw.
Er zijn dagen dat het verdriet me overvalt. Een kind dat zijn oma roept op de speeltuin. De eerste paaslelies. De eerste kersen in de winkels.
Er is een jaar voorbij. Deze datum betekent niets. Het zal niet plots gemakkelijker worden vanaf morgen. Ik zal je niet plots minder missen. Al is een jaar wel iets heel anders dan een week of een maand. Je bent al verder weg. Het is niet meer gisteren dat ik je knuffelde in de zetel. Het is al een jaar geleden. Het zal alleen maar langer geleden zijn. Ik moet al een beetje meer moeite doen om je stem te horen, al overvallen je woorden me soms onverwacht. Je lege stoel neemt minder ruimte in dan eerst. Hij is nog leeg, en we laten dat liever nog even zo, maar de leegte schreeuwt ons niet meer toe vanuit alle hoeken van de kamer. Stilaan hervinden we een evenwicht. Stilaan hebben we ons leven weer opgenomen.
Ik mis je het meest op de mooie momenten. Er zijn het afgelopen jaar veel momenten geweest waarvan ik vurig wenste dat je ze kon meemaken. Ik heb je het hardste gemist op Martha’s eerste schooldag, bij Thomas’ eerste stapjes, op Martha’s eerste schoolfeest. Ik heb je het hardste gemist toen Seppe geboren werd. Ik wou dat je kon zien: twee kindjes op een driewieler, 28 jaar later. Ik wou dat je kon zien: het mooiste jongetje van de wereld met het mooiste jongetje van de wereld 2.0. (Serieus, hoe hard lijkt mijn zoon op de jouwe?) Ik wou dat je kon zien: je jongste dochter met haar jongste zoon.
Ik mis je niet alleen op de mooie, maar ook op de moeilijkste momenten. Ik heb je het hardste gemist toen Seppe twee dagen nadat hij ter wereld kwam op neonatologie opgenomen werd, toen ik zag hoeveel verdriet mijn kleine zus daarover had en toen ik wist dat ik niets kon doen om de persoon terug te brengen die ze op dat moment het meeste nodig had. Dat was de eerste keer in dat lange jaar dat ik me kwaad heb gemaakt en hardop heb gezegd: ‘mama, waar ben je, we hebben je nodig.’
Het is een lang jaar geweest. Er is veel veranderd en gebeurd dit jaar. Het verdriet om jou is meer naar de achtergrond verschoven, terwijl de vreugde om mijn prachtige kinderen steeds meer op de voorgrond is gekomen. Maar dit verandert niet: ik kan nog steeds niet geloven dat je voor altijd kwijt bent. Ik wil je nog altijd terugkrijgen. Martha vraagt soms: “Wanneer komt oma nog eens tevoorschijn?” Het echte antwoord op die vraag kan ik zelf maar moeilijk aanvaarden.
Ook mijn zus schreef (voor het eerst in lange tijd) over haar beleving van dat eerste jaar zonder mama: http://djoelieblogt.blogspot.be/2016/07/een-jaar-geleden.html
(Met Seppe is gelukkig alles goed nu.)