As we speak #1

In navolging van Kelly en de helft van de blogosfeer waag ik me aan een nieuwe rubriek: ‘As we speak’. Die rubriek zou ook ‘ditjes en datjes’ of ‘een beetje vanalles’ kunnen heten. Maar dat doet ze niet, omdat ‘As we speak’, zeg nu zelf, gewoon veel beter bekt. In ‘As we speak’ ga ik vertellen over de duizend-en-één al dan niet banale dingen die me bezighouden. Here we go …

Eten

Tijdens het ontbijt: niet. Dan is het vooral heen en weer lopen omdat ik weer eens niet de tafel heb gedekt de avond voordien en dat Martha een boterham met kaas – nee, een cracot met confituur wil, en Thomas banaan en aardbeien en druiven en wel Nu. Meteen. met veel geroep van ‘daaaa daaa daaa kaaa kaaa kaaa’.

Mama-eten. Mama haatte koken, ik ook. (Mijn vader ook, maar hij was tegen wil en dank de kok thuis en hij maakt lekker eten. Zijn geheim is héél veel boter en héél veel zout. Denk: Jeroen Meus maal twee.) Maar er zijn een stuk of vijf gerechten die samenhangen met mama. Ik maakte voor het eerst sinds deze zomer (en voor de derde keer sinds ik alleen woon) pitn en patatn. De dag erna maakte ik balletjes in tomatensaus. Voor het eerst sinds ooit vroeg Martha een tweede portie. Enkele dagen later vroeg ze wanneer we nog eens balletjes in tomatensaus zouden eten. Balletjes for the win!

Genieten

Van de lente. De lente die stilaan terugkeert, daarbuiten én in mijn hoofd, waar de opklaringen steeds frequenter zijn en steeds langer duren, na die eindeloze donkere winter, die maar bleef duren, zelfs tijdens de zomer.

Van mijn avonden. Eindelijk kreeg ik mijn avonden terug. Ik durf het haast niet luidop te schrijven, want garanti heeft er morgen weer eentje de buikgriep of vier tanden ineens die erdoor moeten. Maar nu is het 19 uur en het is muisstil boven mij. Er zijn weer avonden waarop ik twee uur aan een stuk kan werken, schrijven of lezen, zonder gestoord te worden. Je weet pas wat je hebt als je het kwijt bent geweest. Tijd, tijd, tijd! Heerlijke tijd.

Lezen

Na het boek over Marie Curie ben ik begonnen in ‘A little life‘ omdat iedereen het vijf sterren geeft. Het ging tussen ‘Grief is the thing with feathers’ en dit. Het werd dit omdat ik positief discrimineer op vrouwen. Ik ben nog niet ver geraakt, maar dat ligt niet aan het boek. Dat start veelbelovend genoeg. Wat ik daarna wil lezen, staat ook al vast: Revue Lanoye en de debuutroman van Stijn Tormans, wiens verhalen en reportages ik prachtig vind.

Horen

Dat Prince nu ook al dood is, en denken: amai, mama hield zo van de stilte, en nu komen al die muzikanten naar daarboven en krijgt ze zelfs in de eeuwigheid geen rust.

Blij zijn

Op woensdagavond moest ik voor een vergadering een positief en negatief moment uit mijn dag vertellen. Normaal heb ik over woensdag niet veel positiefs te vertellen. Woensdag is mijn desperatehousewife-dag. Ik ben dan de hele dag thuis met de kinderen en het huishouden, en gelukkig word ik daar niet van. Integendeel, tegen ’s avonds zit in in een hoekje te huilen omdat ik me de slechtste moeder ter wereld voel. Omdat ik weer mijn geduld verloren ben. Omdat ik weer geroepen heb. Omdat ik niet weet wanneer het ooit eens leuk zal zijn, moederen. Ik like op Facebook dingen als dit:
does anyone know

Bron: Mijn baby lacht, nu ik nog.

Maar deze woensdag scheen de zon. Ik zette de kinderen in de fietskar, waar ze prompt allebei in slaap vielen en reed naar de Zoo. Met ons drietjes keken we vol verwondering rond, zij naar de dieren, ik naar hen. Ik vroeg: ‘Thomas, waar zijn de pinguïns?‘, hij wees ernaar en zei ‘daa‘. Ik zette hem uit de fietskar aan het raam van de zeehondjes. Hij keek omhoog en omlaag naar het voorbijzwemmende zeehondje en sperde zijn – onder normale omstandigheden al vrij grote -ogen nog net iets wijder open. Martha blonk van trots omdat ze haar broertje de dieren kon tonen. Ik genoot van het zonnetje en de kinderen en zag dat het goed was. Dat staat in schril contrast met de woensdagen van het afgelopen jaar.

Ik zat dus op die vergadering ’s avonds en kon me gewoon geen slecht moment meer herinneren van mijn dag. Dat het lente wordt in mijn hoofd!

 

15 gedachten over “As we speak #1

  1. anna berg

    Ik durf het bijna niet meer te zeggen, maar ik was (meestal) gelukkig als ik een hele dag thuis kon blijven met de kinderen. Ook toen ze alle vijf klein waren en ik nog 4/5de werkte. Maar het was ook wel superdruk en ik was moemoemoe. En hoe we het gered hebben met onverwachte zieken en de epilepsieaanvallen van zoon vier, is me een raadsel. Gelukkig maar.

    Reageren
    1. Sofie Bericht auteur

      Fijn voor jou. Je mag dat gerust zeggen hoor. Grappig dat iedereen lijkt te vergeten hoe ze het gered hebben.

      Reageren
  2. Prinses

    Ik telde vroeger de uren af op de dagen met de kinderen alleen thuis. Vakanties waren een drama en weekends een hel. We zaten ook heel erg opgesloten omdat ik niet kon rijden en niet altijd fysiek de kracht had om met de bakfiets op stap te gaan.
    Intussen wordt het steeds makkelijker. Bijna 6 en 2,5: ze spelen al eens samen buiten, zonder mij. (Wel HEEL veel ruzie.) Ik kan intussen rijden en ik merk dat zelfs het kleinste uitje (een brood gaan kopen) de dag al wat breekt. We hebben ook een lichte structuur (tijdens het dutje van de jongste mag de oudste bv een filmpje kijken en rust of werk ik wat). Ik heb de wens opgegeven nog eens wat gedaan te krijgen op een dag met hen, dus alles wat toch lukt (de was ophangen!) is extra. Ik durf nu ook tegen de jongens zeggen dat ik rust nodig heb, en ze accepteren het echt als ik op de bank lig en zij naast mij duplo/lego mogen bouwen – dat gaat zelfs beter dan dat ik in de keuken allerlei dingen wil doen. En ik heb gewoon besloten dat ze soms een filmpje mogen op de iPad, als ik kook bijvoorbeeld. Scheelt veel frustratie. Ook leuk: relaxe vriendinnen met kinderen zoeken en wederzijdse bezoekjes brengen. Vriendinnen met complementaire kinderen zoeken en daarmee afspreken. Maar dan wel: afspraken zonder druk, zonder zelfgebakken cake, zonder opgeruimd huis.

    Reageren
    1. Sofie Bericht auteur

      Merci voor je reacties en je tips. Wow, je kinderen zijn plots al zo groot. Ik denk nog altijd dat je jongste een Babyzoon is, maar dat klopt dus helemaal niet meer 🙂
      Ik probeer mezelf ook niet meer te veel to do’s op te leggen wanneer ik thuis ben met de kinderen, want dat zorgt alleen voor frustratie. Ik moet ze alleen nog zo ver krijgen dat ze me even met rust kunnen laten. Dat lukt absoluut nog niet. O wee als ik een computer aanzet, of in de keuken bezig ben of wat dan ook …

      Reageren
  3. Lekkende Kraan

    O, ik heb nog een zoon van 4,5 jaar en ik geniet eigenlijk wél van hem, maar verder vind ik de baby- en peuterfase ook vooral ploeteren. Mijn dochter is 6,5 en kan niet goed tegen pijntjes, ook niet als die niet met het blote oog waarneembaar zijn, maar dat is toch nog wat anders dan een hele dag achter een peuter aanhossen die alles omver trekt, kapot maakt of opeet. Die niet slaapt als het zou moeten en wel als het beter niet zo is.

    Vroeger waren dagen met kinderen + huishouden obstakels, nu niet meer. Nu denk ik na zo’n dag al eens: dju, morgen werken. Terwijl ik vroeger dacht: yes! Morgen werken! Ongestoord kunnen pissen! Een broodje eten zonder kinderen aan te manen niet te smossen! Stilte! Een treinrit heen en terug, tussen alleen maar volwassenen!

    Het betert allemaal. Je gaat je een minder schuldige moeder voelen. Of je leert dat fouten maken als mama geen ramp is, dat je kinderen daar meestal ongeschonden uit komen. 🙂 Doordat je je minder vaak schuldig voelt, ben je ontspannener. Je kinderen voelen dat en zijn ook minder opgedraaid. En zo komt alles weer goed. Nu nog een theorie, straks ook praktijk voor jou. 🙂

    Reageren
    1. Sofie Bericht auteur

      Wat een fijne, geruststellende reactie. Het lijkt me inderdaad allemaal gemakkelijker te worden, naarmate ze minder (continu) zorg nodig hebben en naarmate je meer ervaring als moeder krijgt. Maar misschien heb ik er tegen dan een ander gedacht over. Ongestoord naar toilet kunnen gaan, het lijkt nu een onbereikbare droom 🙂

      Reageren
  4. liese

    het is zoals Jani het zei de vorige week in “jani gaat”:”oh zo rustig, even alleen in de auto onderweg, ik had dit nooit gedacht dat ik dit als rustmoment zou ervaren”. Het moment waarop ik de kleinste (1 jaar) in de opvang heb afgezet en de oudste (bijna 5) op school is denk ik ook altijd even van “haaah, even tijd voor mezelf” en dan vind ik het helemaal niet erg om de omgetrokken berg dvd’s op te ruimen, bananensmuk op te dweilen of de vier manden was weg te werken alvorens ik naar mijn laatavonddienst vertrek. Ik besef ook wel dat het echt een fase is waar we even door moeten en tegelijkertijd geniet ik echt wel van de kleine patat en zijn totje met 7 tanden in.

    Reageren

Geef een reactie