Brieven aan mama #6 – klein wuvetje en klein ventje

Mama, ik heb je al lang niets meer verteld over het klein wuvetje en het klein ventje. ’t Is pertang nie dat er niets te vertellen valt …

Klein ventje

Thomas eet graag. Zo’n klein en mager ventje (op de onderste curve met zijn gewicht, de gespierde stylo), maar van zodra ik hem in zijn stoel zet, begint hij op tafel te kloppen (bikke bikke bik, hap hap hap …) en aan mijn mouw te trekken en luid te reclameren als ik zijn eten niet snel genoeg naar zijn mondje breng. Twee boterhammen, een kom soep en twee porties spaghetti: één avondmaal. Als het niet snel genoeg komt, dan wordt hij kwaad. Denk: gefronste wenkbrauwen en luid roepen. Stiekem vinden we dat erg grappig om te zien. Als je zo schattig bent, kan je je wenkbrauwen nog zo hard fronsen, niemand neemt je serieus. Ocharme.

Sinds enkele dagen voor hij 10 maand werd, trekt hij zich op tot staan. Eerst aarzelend, maar na drie keren proberen gaat het in één vlotte beweging. Zonder enig gevoel voor gevaar trekt hij zich overal aan op: aan zijn park, maar ook aan dingen met wieltjes of stoelen die kunnen omvallen. Ik moet ‘ogen op mijn gat’ hebben met dat ventje. Ik zing tegenwoordig vaak Willem Vermandere na: ‘klein ventje klein ventje de weireld mag vergoan, bluf gie mo stoan’. Martha zingt het ook al mee. Haar vader heeft niet graag dat ik haar ‘Bevergems’ leer, maar hij zal er toch mee moeten leren leven. Lang zal Thomas overigens niet blijven staan, want hij probeert nu al kleine stapjes te zetten met die poezelige voetjes van hem.

 

Klein wuvetje

Martha is slim. (Ik weet dat ik dat niet mag zeggen, want elke ouder denkt dat van zijn eigen kind en bovendien leg je dan te grote verwachtingen op de schouders van dat kind. Maar het is gewoon zo. Ze is net zo slim als ik dacht dat ze zou zijn toen ze nog maar een garnaaltje in mijn buik was.)

Ze vraagt: “mama, wil jij je mama terug hebben?”
En dan zo hard als alleen een kind dat kan, vermaant ze me: “Dat kan niet é, mama.”

Ze blijft genieten van naar school gaan.
– Martha, kom nu je jas aandoen of je gaat niet naar school.
 Ik wil wel naar school gaan!

Ik vind het indrukwekkend wat die instappertjes allemaal doen op school. Ze leert over de dino’s. Dat vindt ze fascinerend.

– Papa, de dino’s zijn er niet meer hé. Die zijn ‘uitgestormen’. Wat is er nog ‘uitgestormen’? Zijn de draken ook ‘uitgestormen’?
– Nee, draken bestaan niet.
– Maar dino’s bestaan wel. Waarom zijn die ‘uitgestormen’?

En ’s avonds vertelt ze het na tegen mij: “Mama, er kwam een grote steen uit de lucht vallen en toen waren de dino’s uitgestormen”

Ze kent de dagen van de week. Dan vraagt ze bijvoorbeeld: “Bomma, wanneer kom je me nog eens halen? Op de dino van dinsdag?”

Ze kaatst mijn eigen vragen terug: “Mama, wat ‘heef’ jij vandaag op je werk gedaan?” en “Mama, was jij de wollebol van de dag op je werk?”

Martha is stoer. Ze koos zelf haar nieuwe schoenen. Dagen op voorhand zei ze: “Ik wil blauwe met twee plakkers”. Ik liet haar botjes passen, van die schattige bruine botjes met bloemetjes. Maar ze hield voet bij stuk (pun not intended) en ze koos blauwe met twee plakkers. Elegant is het niet, maar blij dat ze is met haar nieuwe schoenen. Wanneer ik haar in een mooi kleedje naar school probeer te sturen, zegt ze: “ik wil een broek en gewone sokken aandoen”. Maar evengoed loopt de ze de hele dag door het huis met haar prinsessenkroontje. “Jij bent Elsa, mama, en ik ben Anna.” (Volgens mij is zij Elsa, the cold never bothered her anyway …)

Martha is ook erg lief. Ik geef haar het laatste eitje. Ze kijkt bezorgd en vraagt: “Is er dan nog een eitje vrij voor papa?” Tegen haar bomma vertelt ze dat ze een lieve mama heeft. Tegen mij: “Mama, ik zie jou heel graag.”

Het mag gezegd, mama: ik ben trots op mijn kindjes. Ze zijn het beste wat me overkomen is. Elke dag doet het me verdriet dat je dit allemaal niet meer kan meemaken.

“What would you think of me now?
So lucky, so strong, so proud
I never said thank you for that
Now I’ll never have a chance”
(Jimmy Eat World – Hear You Me)

3 gedachten over “Brieven aan mama #6 – klein wuvetje en klein ventje

  1. Despiegelaere Natasja

    Super mooi Sofie! Ik krijg elke keer opnieuw zin om Martha en Thomas te zien na het lezen van je teksten! Heel mooi en jij mag heel heel trots zijn op jezelf als mama en op je kleine wondertjes! xxx

    Reageren
  2. A_nnick.

    Elke keer krijg ik kiekenvel als ik je brieven lees, lieve Sofie. En zelfs al is de dood onomkeerbaar (laat ons een kat een kat noemen), je mama kijkt vast met fonkeloogjes naar die twee schatten van kinderen van jullie. En naar jou. Duustzeker. Liefs, A.

    Reageren

Geef een reactie