Brieven aan mijn mama. Hoe is het met klein liefje en klein knaapje?

Ik ben nog volop bezig met aanvaarden dat dood voor altijd is. Ik ben daar nog lang niet. Ongeveer om de minuut is er iets wat ik aan mijn mama wil vertellen. Dat kan niet meer. Ik vertel het daarom maar hier, op de blog die oorspronkelijk alleen mama las. Misschien dat de rest van de wereld het gat kan proberen te vullen dat mama gelaten heeft.

(Nee, dat kunnen jullie niet, maar dan vergeet ik deze dingen toch tenminste zelf al niet.)

Patatjes

Thomas weent weer veel en hard ’s avonds en ’s nachts. Tandjes, denk ik. Ik hoop dat het er vier ineens zijn. Hij is met niets te troosten. Hij wil zijn tut niet, hij wil niet liggen, niet zitten, niet vastgepakt worden, niet alleen zijn. We zijn soms ten einde raad. Gemakkelijk is hij niet, die babyzoon van ons. Maar als hij lacht, is het even wereldvrede. En hij lacht vaak! Overal waar hij komt, charmeert hij de boel plat met zijn helderblauwe kijkers en die stralende glimlach. Als ik hem dan oppak om hem te knuffelen en zoentjes te geven, giechelt hij. Is er een schoner geluid dan het gegiechel van een baby?

Ik denk wel eens: “Waarom kan nu eens niets gemakkelijk gaan bij jou, Thomas?” Maar dan gaat iets wat heel veel moeite kost plots net heel vlot. Neem nu zijn patatjes. Het is een maand oefenen geweest. Hij moest niet van die lepel weten. Dus ging het van patat-tut-patat-tut-kokhals-overgeef-patat-tut. Tot hij plots met grote ogen naar zijn lepel keek en zijn mond wijd opensperde. En nu eet hij aan een tempo dat ik amper kan bijhouden.

Elke keer dat ik Thomas patatjes geef, moet ik aan je denken. Van jou moest ik Martha op mijn schoot nemen, zodat ik haar handjes kon vasthouden. Zo deed jij dat.
DSCF3828
Maar Thomas kan ik gewoon in zijn wipper eten geven, en sinds vorige week ook in de Ikea-stoel. Hij blijft met zijn handen van zijn lepel weg. He sure likes his potatoes.

Dit is een foto van Thomas na zijn wortelpuree. Alles in het mondje, niets ernaast.

Thomas patat

 

Schoolgaande jeugd

Martha ging dinsdag voor het eerst oefenen op school. “Hoe heet de juf, Martha?”, vraag ik om de vijf minuten. Ik hoor het haar zo graag zeggen: “juf kubimana noemt die”. “Ik ga da vertellen in mijn crèche, tegen Anaïne”. Ze heeft zowat alle speelhoekjes van de klas uitgeprobeerd, en toen ik zei dat het tijd was om naar huis te gaan, klonk het: “ik wil nie naar huis, ik wil hier blijben.” En de rest van de dag: “Ik wil nog eens naar school gaan, ik vind het leuk in de klas”.

Ze is er ook echt aan toe. Klaar voor wat uitdaging. Ik moet natuurlijk denken aan het grijsgedraaide verhaal van hoe ik in de vakantie voor de eerste kleuterklas plots verdwenen was. Ik was met mijn fietsje naar school vertrokken. Wat vertelde je dat graag, wat heb ik met mijn ogen gedraaid toen je het weer eens vertelde en wat zou ik er veel voor geven om het nog eens uit jouw mond te mogen horen. We gaan Martha volgende week in de gaten moeten houden of ze is ook met haar fietsje weg naar school.

Een nieuw begin betekent natuurlijk ook een einde. Gisteren was het de laatste dag in de crèche. Nu heeft ze in bijna 2,5 jaar tijd niet één keer gehuild bij het afzetten ’s ochtends. Behalve gisteren. Je houdt het niet voor mogelijk. Ze zal waarschijnlijk in de war zijn geweest, omdat ik even mee binnenkwam en toen alsnog verdween.
martha creche

Potty training

Weet je waar je niets mee kan beginnen als je kinderen hebt? Principes.

We hadden zoveel regeltjes thuis. Ik dacht dat het zo gemakkelijk ging zijn om die regeltjes over te nemen. Maar dat is het niet. Ik heb zowat al mijn principes al laten varen.

Niet eten in de auto. Tot dat de enige plaats blijkt te zijn waar Martha een volledige boterham inclusief korstjes oppeuzelt, zonder te zeuren om “nog een kaasje” of “nog vleesbrood”.
Niet naar Studio Honderd kijken. Tot het alternatief de teletubbies is, of uren durende filmpjes van mensen die kindersurprises openen.
Niet belonen met eten. Tot ze twee weken voor ze met school start stiekem zindelijk is, maar thuis op het potje weigert te gaan.

Jullie moesten altijd lachen met het verhaal van mijn potty training. Ik kreeg elke keer een paaseitje wanneer ik een plasje deed. Dus ging ik om de tien minuten op het potje zitten om er enkele druppeltjes uit te persen: “mag ik een paaseitje”. Jullie moesten daarmee lachen: ‘Sofietje toch’. Ik ook: ‘mama en papa toch’. Ik zou dat slimmer aanpakken, die hele potty training. Niet belonen met eten. En ook niet trainen. Maar nu is al enkele weken duidelijk dat Martha zindelijk is. In de crèche loopt ze de hele dag zonder pamper en ze heeft slechts nu en dan een ongelukje. Maar thuis weigerde ze resoluut om haar pamper uit te doen.

Dus heb ik haar omgekocht met koekjes.
Dag principe! Ik geef je door aan een andere naïeveling die nog geen kinderen heeft.

Het werkt, overigens. Martha is pamperloos (behalve voor number 2 en ’s nachts, natuurlijk).

En ze praat, ze praat. Het is niet te geloven wat er zoal uit dat mondje komt.
Maar daar schrijf ik binnenkort nog eens over.

14 gedachten over “Brieven aan mijn mama. Hoe is het met klein liefje en klein knaapje?

  1. lecoeuràmaréebasse

    *zit even met open mond naar die kleine met z’n smetteloze slab te kijken* hier ook een stel principes te koop (baby niet in bed nemen enzo) 🙂 zo’n mooie foto van je mama, er spreekt vakmanschap uit ook 🙂

    Reageren
  2. tifosanele

    Heel pakkend! Sterkte!
    Wij overigens ook veel te veel principes in de etalage gezet. Om maar van de “dreigementen” te zwijgen die je absoluut NIET ging overnemen van je ouders, maar die je toen 1,5 jaar oude dochter op een bepaald moment nogal letterlijk tegen haar popje herhaalde. En jij met rode kaken 😉

    Reageren
  3. Kathleen

    O ja, die principes… Ik die altijd zo tegen Disney-commercie was, maar nu moet mijn echtgenoot me tegenhouden om niet weer de zoveelste prinsessen-pop te gaan kopen. (Dat tegenhouden is niet gelukt trouwens. Ben toch nog om Tiana en Prince Naveen gegaan, “want dan hebben we tenminste ook een donkere en een mannelijke Barbie”. Principes zijn goed voor als ze van pas komen ;))

    Reageren
  4. Joke

    O o principes…. Als je zwanger bent keel je luidkeels uit: ‘Dat ga ik nooit doen’. Ik ging NOOIT potjesvoeding geven: sja, toch gemakkelijk als je ergens naartoe moet. Of als je kind geen zelfgemaakte patatjes wil eten bij de start van vaste voeding, maar liever gepureerde potjes….
    Studio 100: ik vond het vreselijk. Maar Berre vindt het zalig. Hij pikt dingen op én die vreselijke clown geeft toch veel contrast zodat hij ervan kan genieten met zijn oogaandoening.

    Reageren

Geef een reactie