Categorie archief: feminisme

Waarom we niet kunnen slapen …

Net uitgelezen: Why we can’t sleep van Ada Calhoun

Why_We_Can't_Sleep_(Ada_Calhoun)

Er zijn twee problemen met dit boek.

1. Het maakt mij opstandig. Woedend zelfs. Het maakt me nog feministischer dan ik al was, en ik was al behoorlijk overtuigd.
2. Alleen vrouwen gaan het lezen, want het gaat over vrouwen, en er zijn twee soorten boeken op de wereld: mensenboeken en vrouwenboeken.

Ik liep rond met het idee om een blogpost te schrijven over alle manieren waarop ik de afgelopen jaren slaap ben verloren en hoe ik ook op te weinig slaap toch min of meer ben blijven functioneren al die tijd. (Correctie: hoe ik AL die tijd UITSTEKEND ben blijven functioneren.) En toen kwam plots dit boek op mijn radar. Dat moest ik dan natuurlijk wel even lezen.

Strikt genomen ben ik te jong om tot Generation X te behoren en voor een midlife crisis is het nog te vroeg. Ook heb ik voorlopig gelukkig nog geen (peri)menopauze om me zorgen over te maken, al vind ik het wel goed om te weten wat me nog te wachten staat over een paar jaar. Maar ik voel me ook te oud om een millennial te zijn en veel van wat Ada Calhoun in haar boek schrijft, is wel ontzettend herkenbaar voor een vrouw die ergens tussen Generation X en Y in zweeft: sandwichen tussen zorg voor kinderen en ouders, check, te moe zijn om te werken door zwangerschap, PMS, maandstonden, maar dat verbergen, omdat we nog niet geëmancipeerd genoeg zijn om toe te geven dat vrouwen dit ritme niet kunnen volgen, check, de ene dag ontzettend opgelucht en bevrijd zijn door je scheiding, en de volgende dag verstikt worden door angst voor de toekomst, check.

Ook check: niet slapen, en toch gaan werken, blijven opstaan en doorgaan, en als je dan toch even gas terug moet nemen, omdat het even echt allemaal te veel is, je in duizend bochten wringen om daar een fysieke oorzaak op te kleven, omdat je niet de indruk wil wekken dat je niet stressbestendig bent.

Ik? Niet stressbestendig? Give me a break!

We blijven maar doorwerken aan een rotvaart, onder een steeds stijgende tijdsdruk, en intussen blijven we ook nog gewoon glimlachen en niet toegeven dat het misschien allemaal niet zo haalbaar is als we graag doen uitschijnen. En we slikken nog wat antidepressiva of slaan een paar glazen rode wijn achterover, en rennen verder mee in een wereld die op maat van mannen gesneden is, waarin van vrouwen verwacht wordt dat ze kinderen opvoeden alsof ze geen jobs hebben en werken alsof ze thuis een vrouw hebben die voor hun kinderen zorgt.

I want an American Wife, citeert Ada Calhoun ergens in het boek. Ik wil een vrouw die voor mijn kinderen zorgt, terwijl ik ga werken. Ik wil iemand die achter me opruimt en poetst en alles regelt wat geregeld moet worden. Ik doe het allemaal. En het is veel. Het is echt veel. Ik maak lijstjes en begin dan een bullet journal om die lijstjes niet te verliezen. Ik luister naar podcasts van vrouwen die andere vrouwen willen helpen om het allemaal beter de baas te kunnen. (Supergoeie podcast trouwens.) Maar het zijn allemaal lapmiddeltjes voor een ernstige systeemfout.

Ik ben 35 en voel me soms 53. Ik ben moe. En ik doe mijn best om gewoon gelukkig te zijn, om gewoon blij te zijn met wat ik wel heb. Maar dit ritme is niet vol te houden. Het is ploeteren en spartelen om boven te blijven. Het is niet eens een kwestie van ‘te veel’ willen. Het enige wat ik wil, is: een beetje tijd, een beetje zelfontplooiing en genoeg geld om drie monden van te voeden. Zoveel is dat niet, vind ik. Maar om dat beetje geld te verdienen om drie monden van te voeden, moet ik wel acht uur per dag betaalde arbeid doen, en daarnaast nog minstens drie uur per dag onbetaalde arbeid (huishouden en zorg), en zoveel tijd voor zelfontplooiing blijft er dan helaas ook niet meer over. In de ideale wereld zou ik mijn zelfontplooiing in mijn werk vinden, maar de wereld is niet ideaal, en ik heb vooralsnog nog niemand bereid gevonden om mij te betalen voor mijn sterkste competenties, namelijk mijn empathie en mijn inzicht in hoe de wereld vierkant draait.

Een prachtige metafoor in het boek is deze: als je aan een vrouw vraagt of ze liever kip of vis eet, maar de kip ligt op een berg en het regent, en de vis ligt vlak voor haar neus in een tent, kan je dat dan beschouwen als een keuze? En mag je dan echt zeggen dat vrouwen liever vis dan kip eten, omdat ze biologisch gezien gemaakt zijn om liever vis te eten?

We hebben keuzes, ja, but then again, we don’t.

Stel je eens een wereld voor waarin vrouwen niet voortdurend het gevoel hebben dat ze ‘niet genoeg’ zijn. Stel je eens een wereld voor waarin vrouwen over hun eigen grenzen waken, collectief. Stel je eens een wereld voor waarin vrouwen zich niet voortdurend schuldig voelen.

De motor van de economie is het schuldgevoel van vrouwen.

Ik vind dat het tijd is voor een vrouwenstaking, een echte. Het is godverdomme tijd om in opstand te komen.

Vrij spel – kinderen kiezen wel

Bij ons is de Sint al geweest. Hij kwam in de nacht van vrijdag op zaterdag. Dat was net op tijd, want Martha werd wakker en zei meteen: ‘gaan we beneden eens kijken of Sinterklaas al geweest is?’ Misschien heeft ze iets gehoord, vannacht? Gestommel van een moeder die nog snel overal in het huis cadeaus vanuit goed verborgen hoekjes en kieren tevoorschijn moest toveren en inpakken? (De verstopplaats van de lievevrouwtjes was mijn persoonlijke favoriet: naast de wasmachine in de kelder. Het was een plezier om de was te doen vorige week.)

Hij bracht voor Thomas een autootje en stukken autoweg, een uitbreiding van de Toet Toet Auto’s garage die Martha twee jaar geleden van de Sint kreeg. Martha kreeg plasticine. Dat is haar favoriete speelgoed. Geef dat kind wat plasticine en wat vormpjes en je hoort haar de hele dag niet meer. Ze kregen ook twee sprookjesboeken, want de Sint weet dat hij hier niet welkom is als hij geen boeken mee heeft, en de nieuwe cd van K3. Ze hebben geluk dat de Sint die brengt, want van mij krijgen ze dat niet hoor, zo’n ketelmuziek.

Auto’s voor de zoon en plasticine voor de dochter, als feministe kon dat eigenlijk wel beter, dat geef ik toe. Ik geloof namelijk helemaal niet in ‘meisjes-‘ en ‘jongensspeelgoed’. Ik zie niet in waarom poppen voor meisjes zouden zijn, en auto’s voor jongens. Mannen krijgen toch ook baby’s? Vrouwen rijden toch ook met de auto? Dit filmpje van het mooie initiatief ‘Vrij spel -Kinderen kiezen wel’ illustreert heel mooi hoe kinderen daar zelf over denken: dat alle speelgoed voor meisjes en voor jongens is, en dat ze gewoon content zijn met wat ze krijgen.

 

 

Martha ging zaterdagochtend meteen dolenthousiast met haar nieuwe plasticine aan de slag. Thomas keek niet naar zijn auto’s om. Hij ging bij Martha aan tafel zitten en speelde mee met de plasticine. Wat later wilde Martha die auto’s eens van naderbij bekijken. Ze ging op de grond liggen om een lange autoweg te monteren. Plots vond Thomas de plasticine veel minder interessant en had hij ook oog voor de auto’s. Pas toen zijn grote zus met de auto’s aan het spelen was, konden ze hem ook bekoren. Ja, mijn kinderen kiezen zelf waarmee ze spelen. En Thomas, die wil vooral met zijn grote zus spelen.

 

 

Mannenrechtenactivisme: nee bedankt. Pro-feministische mannenbeweging: ja graag.

?

Naar aanleiding van Internationale Mannendag op 19 november schreef ik voor Kerk & Leven een opinie over de vraag of we in Vlaanderen nood hebben aan een brede georganiseerde mannenbeweging. 

Hebben we in Vlaanderen een brede georganiseerde mannenbeweging nodig? Volgens mij wel, maar niet in de vorm waarin je mannenbewegingen vaak ziet ontstaan: het mannenrechtenactivisme. Dat is namelijk anti-feministisch en oerconservatief. In Knack stelde de Amerikaanse psycholoog en mannenrechtenactivist Paul Elam bijvoorbeeld dat hij strijdt ‘tégen privileges voor het ene geslacht en vóór gelijke wettelijke behandeling’ . Hij bedoelt dan uiteraard dat vrouwen allerhande privileges genieten en bevoordeeld worden door de wetgever. Dat klopt natuurlijk niet. Het zijn vrouwen die zowat overal ter wereld onderdrukt worden, niet mannen. Veel meisjes mogen niet naar school, gewoon omdat ze meisjes zijn. Sommige meisjes worden zelfs niet geboren, omdat ze meisjes zouden zijn. Vrouwen zijn vaker slachtoffer van seksuele intimidatie of verkrachting. Vrouwen hebben vaker slecht betaalde jobs. Vrouwen leven vaker in armoede. Seksisme bestaat, en mannen zijn er niet het eerste slachtoffer van. Als het de bedoeling is van de mannenbeweging om de onderdrukking van de man aan te klagen, dan is me niet helemaal duidelijk welk groot onrecht ze precies wil bestrijden. Een dergelijke beweging lijkt me zelfs een beetje ridicuul.

Natuurlijk ondervinden ook mannen negatieve gevolgen van de genderongelijkheid in onze samenleving. Mannen moeten voldoen aan een stereotiep beeld van mannelijkheid. Ze mogen niet huilen en worden vreemd aangekeken wanneer ze voor zorgjobs kiezen of hun gezin belangrijker vinden dan hun carrière. Vorige week zei iemand tegen mijn zoon van anderhalf jaar oud: ‘grote jongens huilen niet’. Men verwacht nu al dat hij stoerder – lees: minder emotioneel – is dan zijn grote zus, terwijl hij nog maar net geen baby meer is. Hoe moet een jongen zich emotioneel ontwikkelen in een samenleving die eist dat hij zijn emoties wegsteekt? Dat de zelfdodingscijfers bij mannen hoger liggen dan bij vrouwen, moet ons dan niet verbazen. Dezelfde dag kreeg mijn zoon commentaar omdat hij een prinsessenkleed wilde aantrekken. Het was een kleed met glitters waaraan geen peuter kan weerstaan. Zijn zus werd op ‘oeh’ en ‘aah’ en flitsende camera’s onthaald wanneer ze het aantrok. Toen hij het wilde aantrekken, zag hij fronsende wenkbrauwen. Voor een meisje is het oké om stoer te zijn. Maar een jongen die huilt of interesse toont in zogenaamde ‘meisjesdingen’, wordt al snel op zijn plaats gezet, zelfs al is hij maar anderhalf.

Jongens en mannen hebben alles te winnen bij meer gendergelijkheid. Zelf zie ik wel iets in een pro-feministische mannenbeweging, die samen met de vrouwenbeweging opkomt voor meer gendergelijkheid en kritische vragen stelt bij de genderstereotypering die ook mannen in een kooi zet. Zo’n beweging bestaat al in Nederland. EMANcipator zet naar eigen zeggen ‘mannenemancipatie op de kaart door de verbetering van de mogelijkheden voor mannen om zich in veiligheid, vrijheid en gelijkwaardigheid ten volle tot mens te kunnen ontwikkelen en zich te bevrijden van beperkende en destructieve codes van mannelijkheid én door positieve bijdragen van mannen aan de emancipatie van vrouwen’ . Ook in Vlaanderen kunnen we een beweging gebruiken van mannelijke rolmodellen die komaf maken met het beeld van de stereotiepe man. Dergelijke rolmodellen kunnen jongens bijvoorbeeld versterken in hun keuze voor een atypisch beroep, zoals vroedman of kleuterleider, omdat daar helemaal niets ‘onmannelijks’ aan is. Een mannenbeweging kan daarnaast een forum zijn voor mannen die zich willen uitspreken over thema’s die nu vooral door de vrouwenbeweging worden aangekaart, denk maar aan seksuele intimidatie.

Als men in Vlaanderen een mannenbeweging wil oprichten, laat het dan een beweging zijn die mannen empowert om te huilen, om te zorgen en om het de normaalste zaak van de wereld te vinden als ze minder verdienen dan hun vrouw. Laat het een beweging zijn van mannen die bij het opnemen van een politiek ambt of een job met veel verantwoordelijkheid zélf aankaarten dat het niet evident is om dit te combineren met hun gezin. Laat het een beweging zijn die mannen aanspoort om vaderschapsverlof te nemen, om tijd door te brengen met hun gezin en om voor ‘zachtere’ beroepen te kiezen. Laat het een mannenbeweging zijn die samen met de vrouwenbeweging op de barricaden gaat staan voor meer gendergelijkheid. Op die manier versterken mannenemancipatie en vrouwenemancipatie elkaar.

Kort samengevat: mannenrechtenactivisme, nee bedankt. Pro-feministische mannenbeweging, ja graag.

Deeltijds werken: waar zitten die vaders?

20160916_094757

Opnieuw in het nieuws: deeltijds werkende vrouwen ervaren meer tijdsdruk.
Als deeltijds werkende vrouw verbaast dit me niet. Als feministe op de barricaden voor arbeidsduurvermindering al helemaal niet.

Wat me wel blijft verbazen: het zijn wéér de vrouwen die het gedaan hebben. Opnieuw krijgen vrouwen de vraag waarom ze die keuze maken. Of ze dan niet weten dat het slecht is voor hun carrièrekansen en pensioen? Of ze hun dochters dan niet willen tonen dat de moderne vrouw niet alleen voor de kinderen zorgt? Of ze dan niet vinden dat het glazen plafond eraan moet? Opnieuw wordt tegen vrouwen gezegd dat ze het maar moeten kunnen loslaten, het huishouden. Alsof al die individuele vrouwen hun keuze maken in een maatschappelijk vacuüm. We gaan al te gemakkelijk voorbij aan het feit dat vrouwen gemiddeld 21 % minder verdienen en dat genderstereotypen al in de speelgoedwinkel worden ingeprent. Het ‘keukentafelgesprek’ over de combinatie arbeid-gezin begint niet met gelijke wapens. Er is veel kans dat de vrouw minder verdient. Hoe vrij is vrije keuze dan nog?

En zeggen we dan ‘maatschappij, neem je verantwoordelijkheid’? Nee, we zeggen: ‘moeders, doe er iets aan’. Blijven buiten schot: de vaders. En ze roeren zich ook niet. (Behalve hij dan, waarvoor dank.) Vrouwen worden op hun verantwoordelijkheid gewezen, maar het zijn zoals altijd ook vrouwen en vrouwenorganisaties die het probleem zien en oplossingen aandragen. Logisch, het zijn de vrouwen die de genderkloof voelen waar het zeer doet, namelijk in hun portemonnee. Als ik een man was, zou ik misschien ook bij het biologisch determinisme zweren. Ik zou namelijk meer verdienen en meer vrije tijd hebben. Goeie deal, dus ik zwijg. Of ik zeg: de band tussen moeder en kind, daar kom je niet tussen. Alsof die symbiose wanneer ze acht zijn nog steeds zo relevant is.

Maar hoe kunnen we mannen dan wel wakker krijgen om mee op de barricaden te gaan staan voor een andere samenleving? We moeten hen pakken waar het zeer doet: hun dochters. Serieus, mannen, wat vinden jullie ervan dat jullie dochters, die misschien wel de slimste van de klas zijn, gedetermineerd zijn om later te ploeteren met de was en de plas. Dat jouw dochter later misschien hemden strijkt voor een kind dat nu nog niet tot haar enkels komt als het gaat over rekenen en taal? Dat ze daarvoor haar carrière aan de kant gaat schuiven of zich een burn-out combineert. Vaders, hoe lang zullen we onze dochters nog een roze speelstofzuiger in handen duwen en onze zonen vertellen dat ze niet met poppen mogen spelen? Samen kunnen we iets veranderen. Laten we er vandaag mee beginnen.

Je houdt het niet voor mogelijk – Katrine Marçal

Bron: De Geus

Bron: De Geus

Ik weet niet van jullie, maar ik heb de laatste dagen een beetje een aha-erlebnis bij het lezen van alle interviews met Katrine Marçal. Enkele weken geleden kwam ik in de Groene Waterman en maakte Iris me warm voor dit boek dat binnenkort bij De Geus zou verschijnen. Ik heb het gekocht van zodra het uitkwam en heb het nu uit. Ik heb geen kaas gegeten van economie. Het weinige dat ik van economie weet, heb ik van mijn echtgenoot die TEW-er is, Rutger Bregman en nu Katrine Marçal. Maar nu ik haar gelezen heb, begrijp ik wat ik al veel langer aanvoelde. Dát is het probleem met de economie van vandaag.

Zelf verdien ik elk jaar dat ik werk minder en minder, toch werk ik steeds harder. Hoe kan dat eigenlijk? In mijn geval heeft het er natuurlijk alles mee te maken dat ik de afgelopen jaren ploetermoeder en sandwichvrouw tegelijk ben geworden. Dat heeft me veel gekost aan loopbaanmogelijkheden én aan harde duiten. Over mijn pensioen wil ik nog niet eens te veel nadenken.

Ik zoek bevestiging voor mijn wereldbeeld door verhalen te sprokkelen bij mensen die ik tegenkom, en telkens weer stel ik vast: de belangrijkste jobs worden door vrijwilligers gedaan. Zorg voor kinderen, zorg voor ouderen, engagementen in verenigingen die de samenleving versterken. Iedereen doet het bovenop de job waarmee hij het zout op zijn patatten verdient. Of in de plaats van. Ik sprak met een mevrouw die als vrijwilliger in het consultatiebureau van Kind & Gezin zat. Na een carrière van 24 jaar heeft ze een tijdje op ziekte gezeten. Nu moet ze vrijwilligerswerk doen om te zien wat voor werk ze zou aankunnen. Dus doet ze de weeg bij K&G, en gaat ze helpen in het bejaardentehuis met het rondbrengen van de maaltijden. Onbezoldigd.

Vrijwilligerswerk is belangrijk in de maatschappij, maar waarom moet dat soort van werk vrijwilligerswerk zijn? Waarom kan je als bankdirecteur poen scheppen, terwijl de mensen die het echt onmisbare werk doen dat uit menslievendheid moeten doen? Op die vraag geeft Katrine Marçal dus het antwoord. Omdat er iets grondig fout zit met hoe we naar de wereld kijken. De hele maatschappij werd herleid tot economie. Maar de helft van het verhaal blijft onverteld. Alle zorgtaken die traditioneel door vrouwen worden gedaan, worden buiten beschouwing gelaten. Wat de helft van de mensen elke dag doet, is economisch niet relevant.

En dat het tijd is om daar verandering in te brengen! Daar valt volgens mij weinig tegenin te brengen.

Meer tijd en geluk. Daar ga ik voor op de barricaden staan. Wie doet mee?
http://www.femma.be/nl/sluitjeaan

Ik wil het allemaal! (en dat is heus niet zo veel)

Sofinesse scheef vorige week weer een hartenkreet. Ik begrijp haar. Volkomen. Dat ze niet zomaar minder kan gaan werken maar zich daar ook niet altijd goed bij voelt bijvoorbeeld. Dat ze er wil zijn voor haar zonen, maar ook niet alleen mama wil zijn. Ik begrijp ook de vele reacties van mensen. Het is altijd makkelijker om een ander zijn problemen op te lossen dan je eigen problemen. Maar mensen zijn soms heel hard in hun oordeel. Dat begrijp ik dan weer niet. Mild zijn voor elkaar, daar schreef ik al over. En ook Lilith pleit voor een mildere herfst.

Ik heb er zelf ook een beetje ervaring mee. Ge kunt niet geloven wat voor bagger ik over me heen kreeg toen dit portret verscheen. “Die wijven moeten eens stoppen met zagen”, is er één die is bijgebleven. Het heeft me niet gekwetst, maar ik vraag me wel af welke soort mens je moet zijn om zoiets te zeggen tegen iemand die zich kwetsbaar opstelt. Ik heb er dan nog voor gekozen om door Hart Boven Hard geportretteerd te worden. Sofinesse gebruikt haar eigen blog en daar doe je toch vooral gewoon wat je zelf wil.

Eén dingetje dat me in het bijzonder is bijgebleven van de #femmablogschool en dat ik gisteren niet vermeld heb, is deze uitspraak van mama van vijf: “Het kostbaarste dat ik heb is tijd. Ik kies zelf wie of wat mijn tijd waard is. Als die mensen tijd hebben om bagger over mij heen te gooien, dan is dat hun probleem, niet het mijne.” Een wijze les van een ervaren mama en blogster. Eentje om te onthouden.

Combineren, combineren, wie zijn best doet, zal het leren

Maar ik heb wel nog een bedenking bij de post van Sofinesse. Ze zegt zelf dat ze van niemand een oplossing verwacht en dat is haar volste recht, maar daar ben ik het zelf niet helemaal mee eens. Kijk, ik heb het nooit onder stoelen of banken gestoken dat ik veel voel voor het combinatiedossier van Femma. Nu zit ik ook nog in de Raad van Bestuur van Femma en is het helemaal officieel: ik ben vóór de dertigurenweek, verplicht vaderschapsverlof en betere mantelzorgverloven. Voilà.

Die voorstellen zijn de broodnodige actualisering die de samenleving nodig heeft. Het kostwinnersmodel werkt niet. Punt. Er moet naast tijd om te werken ook tijd zijn om te zorgen. We mogen als maatschappij een gezond respect hebben voor mensen die zorg nodig hebben. Of het nu onze ouders zijn die ook voor ons gezorgd hebben, of het zijn kinderen die met een veilige hechting een goede start in het leven krijgen. En we mogen ook wel verwachten dat iedereen die zorgt niet zichzelf voorbij holt. Zoals ik de laatste maanden heb gedaan. Zoals ik zoveel mensen om me heen zie doen.

Misschien moeten we om te beginnen al eens ophouden met onszelf voor te houden dat we “het niet allemaal kunnen hebben. Allemaal, dat is immers niet zoveel. Dat is: een beetje werken, een beetje zorgen, een beetje tijd kunnen maken voor jezelf. Dan heb ik dus niet eens over dure hobby’s of verre reizen. Want daar hoor ik de ploetermoeders, sandwichvrouwen of mensen op het randje van een burn-out dus nooit over.

Dus ik durf te zeggen: ik wil het wel allemaal en dat is heus niet zo veel. Dit wijf gaat alvast niet stoppen met zagen voor het zover is.

Over emotioneel moederschap en rationeel feminisme

Een diepdroevig dochterverhaal …

Toen ik een week of twee geleden op een avond om zes uur aan de crèche aankwam, liep mijn peuter met haar tutje in haar mond. Het was de eerste keer dat ik haar kwam halen en dat ze haar tutje had. De verzorgster: “Ja, mama, ze was een beetje flauw vandaag, en toen zag ze AL DIE ANDERE MAMA’S toekomen en werd ze wat triestig …” —> Insert sad trombone

Waarom ik dit vertel? Om uit te leggen waarom ik al drie dagen met dit stuk op Charlie Mag in mjin hoofd zit: http://charliemag.be/mensen/quality/

Mama en het feminisme 

Ik las het in eerste instantie vanuit het perspectief van een moeder die met exact hetzelfde loopt te worstelen. Het is te herkenbaar, te confronterend. De tranen sprongen in mijn ogen toen ik het las. Het scheelde niet veel of ik nam stante pede ontslag. Gelukkig dat ik dit weekend voor mezelf heb uitgemaakt dat ik momenteel te zwanger ben om beslissingen te nemen. Dat ik voor de tweede keer mijn moederschapsverlof ga gebruiken om een aantal dingen op een rijtje te zetten.

Ik las het pas in tweede instantie als feministe die het moeilijk heeft met het feit dat het alleen over moeders gaat en niet over vaders. Dat ze nergens schrijft hoe die vaders (en meemoeders for that matter) ook een eerlijke kans zouden moeten krijgen om een band op te bouwen met hun jonge kinderen. Hoe er geen enkele reden is om de ‘onthaaste’ loopbaan alleen op maat van vrouwen te schrijven. Hoe we bijvoorbeeld beter eerst werk kunnen maken van langer én verplicht vaderschapsverlof, vóór een meerjarenplan voor ouders aan de orde is. Laat staan dat zo’n meerjarenplan er alleen voor moeders zou moeten zijn.

Ik vond dat eerst niet zo storend, want ik was echt aangedaan van dat stuk. En het was tenslotte haar persoonlijke getuigenis als moeder (die niet toevallig vooral door duizenden vrouwen werd gedeeld). Zo heb ik het ook verdedigd in mijn favoriete feministische facebookgroep.

Maar nu het in alle kranten wordt overgenomen als pleidooi voor moeders om meer te moederen, is het plots zoveel meer dan een persoonlijk verhaal. Plots is die feministische kritiek veel relevanter dan mijn mamablik.

Charlie en het feminisme

Niettemin: ik ben blij dat Ilse Ceulemans en Charlie dit stuk geschreven en gepubliceerd hebben. Want het debat over arbeid en zorg heeft zopas een erg vurige boost gekregen. En daar was nood aan, zoveel is duidelijk. Ik kijk alvast erg uit naar het vervolg van het debat, onder meer vanuit het perspectief van een vader. En naar alle andere prachtige dingen waarop Charlie ons nog gaat trakteren. Want of je nu voor of tegen dit stuk van Ilse bent, die van Charlie zijn verdomd goed bezig met het feminisme weer op de kaart te zetten.

Hoewel mijn behoorlijk sterke moedergevoel door dit stuk al dagen een mentaal robbertje zit uit te vechten met alles wat ik als feministe heel rationeel wéét, blijf ik zeer dankbaar dat iemand anders perfect neergeschreven heeft wat ik moeilijk verwoord en verantwoord krijg voor mezelf.

Maar zelf ben ik meer te vinden voor het voorstel van Femma: de dertigurenweek, die een antwoord kan bieden op beide problemen: de druk op jonge (sch)ouders én de ongelijke verdeling van zorg tussen mannen en vrouwen. Ik heb dat allemaal al eens geschreven, en wel hier: http://poffie.wordpress.com/2014/05/22/opzij-opzij-opzij/