Er zijn de dagen dat ik moet werken …
Die zijn waanzin. Als je met cortisol elektriciteit kon opwekken, kon ik de hele straat van licht voorzien.
Hoe langer dit duurt, hoe minder mijn kinderen, en zeker mijn jongste, het kunnen verdragen dat ik aanwezig ben maar niet beschikbaar. Ik kan me daarin inleven, natuurlijk kan ik dat. Zo’n moeder die met een doodse blik naar een lichtbak zit te staren terwijl jij loopt te mekkeren dat je je verveelt, ik herinner me nog exact hoe frustrerend dat was. Mijn werk vergt een zekere concentratie, maar een tekst lezen over het Belgische en Europese mededingings-, consumenten- en handelspraktijkenrecht, terwijl er in dezelfde ruimte strijkparels worden rondgestrooid en er ruziegemaakt wordt over wie het eerst dit of dat vormpje wilde gebruiken, dat is op zijn zachtst gezegd een uitdaging. Elke ochtend neem ik me voor om vandaag RUSTIG te blijven. Elke avond troost ik mezelf met de gedachte: morgen een nieuwe dag, een nieuwe kans … Ik heb maar één meeting van ongeveer een uurtje per week (hashtag ilovemyjob), maar ‘mama moet nu even vergaderen’ lijkt voor mijn jongste de trigger te zijn om al zijn kleren uit te doen en te roepen dat ik hem NU weer moet aankleden of om op endless repeat om een snoepje te komen zeuren. De muteknop in MS Teams weet ik staan met mijn ogen dicht; die van het kind heb ik helaas nog niet gevonden. Op het einde van zo’n werkdag ben ik waarlijk uitgeput. Die spreidstand is niet uit te houden. Maar op één of andere manier blijven we het toch maar doen.
En er zijn de dagen dat ik niet moet werken …
Die zijn heerlijk. Ik gedij goed in lockdown. Het is introvert heaven. Ik ben op verlof in mijn eigen hof.
Ik zag het lente worden in de tuin. Een grote, oude berk in de tuin van de buren van mijn buren was enkele weken geleden nog kaal. Op slechts enkele nachten kreeg hij een dikke kruin van frisse groene blaadjes die met volle overgave ruisen in de wind. In de boom in onze tuin zoekt een koolmees zingend een vriendje; we kijken ernaar tot onze nek er pijn van doet. We zien blauwe, witte en oranje vlinders. We zien en horen eksters, duiven, koolmeesjes en merels. We picknicken bijna elke dag, vaak buiten, soms binnen. Vanop het dak kijken we naar de maan en naar Venus. Ik zag starlink al twee keer passeren, maar wist pas de tweede keer wat het was. Ik ging fietsen en zag de zon ondergaan in de Schelde. (“De zon gaat niet onder, dat is gewoon de aarde die draait, mama”, zegt mijn wijsneus-dochter dan.) Ik maakte een dauwtrip en zag de zon opkomen in het natuurgebied op enkele kilometers van mijn voordeur. Terwijl het lente werd in de tuin maakten we van een troosteloze buitenmuur heel impulsief een kleurig kunstwerk dat me elke dag weer vrolijk maakt. We tekenen en schilderen en kleuren erop los. Het huis ligt vol stiften, potloden, pennen en penselen. Alles wat ik ooit niet heb weggegooid, komt plots van pas. De muren zijn museumwanden geworden. Ik vind elke dag nieuwe tekeningen. Ik heb het puzzelen herontdekt, hoewel dat sinds mama’s laatste week zoiets beladen is. Terwijl mijn dochter en ik over een puzzel gebogen zitten, vertelt ze honderduit. Mijn zoon en ik hebben samen een hondje gestrijkpareld. Ze stellen me 1001 vragen per dag, over de sterren, de planeten, de vogels en Kulderzipken; de meeste kan ik niet beantwoorden. Niettemin leren we elke dag ontzettend veel bij. We leven ons uit. We leven. We zijn intens verbonden met elkaar. Ik ben nooit eerder zo in het reine met mezelf geweest als nu. De creativiteit en de leergierigheid die heersen in dit huis, die wil ik nooit meer kwijt.
Ik ben tevreden. En ik wil niet meer terug naar het gewone leven.
Hoe verschillend zijn onze levens… Maar dat afwisselen tussen lastig en heerlijk ken ik ook.
En het ‘gewone’ leven komt niet meer terug, denk ik. Laten we het nieuwe leven zelf vorm geven.
Dat doe jij al heel mooi, vind ik.
een prachtige prent, in woord én beeld!
Zo een intense, heftige polariteit!
Hoe ontzettend zwaar, op die manier te moeten werken…
Ik kan me niet voorstellen hoe je het voor elkaar krijgt. Respect!!
En fijn te lezen dat je die stresserende dagen kan afwisselen met mooie, ontspannende dagen.
Dat geeft moed 🙂
Het eerste deel van je blog is voor veel van mijn collega’s met jonge kinderen erg herkenbaar. Ik hoor dat soort van helse verhalen geregeld. Het is eigenlijk niet te doen, in zo’n omstandigheden kwalitatief hoogstaand werk afleveren, denk ik dan. Sommigen staan heel erg vroeg op om in alle rust even te kunnen doorwerken, en gaan dan met de kippen/kinderen op stok. Is dat een piste?
In het tweede deel herken ik mezelf helemaal, als collega-introvert. Soms voel ik me een Etna, bijna ontploffend van de creatieve ideetje en energie.Ik wil ook niet terug. Gotcha.
Pingback: Linkjesliefde #13 – fiekefatjerietjes