Elke dag frietjes

Soms houden de zwaarte en de lichtheid van het leven elkaar perfect in evenwicht. ’s Ochtends op een briefje schijven: ‘Ik wil euthanasie’, zodat mama het kan ondertekenen en weten dat het vanaf dat moment al over een maand voorbij kan zijn. In de namiddag terrastegels gaan kiezen en een ijsje van Da Vinci eten. Maar dat is het ook gewoon met rouwen en verdriet hebben: je kan dat niet onafgebroken doen. Het is een vorm van werken, je houdt het alleen vol als je nu en dan pauze neemt. Eens lachen, eens iets leuks doen, de druk van de ketel nemen.

‘Als sterven een stuk leven wordt.’ Dat is de ondertitel van mijn nonkel zijn boek over het afscheid van zijn moeder, mijn grootmoeder. Ik begrijp die titel. De dood is plotseling overal aanwezig in het leven en dat voelt heel natuurlijk aan.

Terwijl ik sta te kijken hoe de schoonzoon van de buren hun doodgereden kat opraapt en in een kartonnen doos doet, krijg ik een bericht van mijn broer. Dat ze onze kat, die van in Zuienkerke, een spuitje hebben gegeven. ‘Een spuitje geven’. Dat zijn er eigenlijk twee. Euthanasie bij dieren is net als euthanasie bij mensen. We durven het bijna niet uit te spreken. Dat ik blij ben dat dat beest mijn moeder niet overleeft, zeg ik. Ze had al zo’n hekel aan hem.

Of ze weet dat ze zich na de uitvoering niet meer kan bedenken, dat dat onomkeerbaar is, vraagt de LEIF-arts. ‘Moh!’, zegt ze. ‘Moh, waar kom jij nu mee af.’ Of ‘Moh, nee, dat wist ik niet, dju toch, laat dan maar.’ Papa en ik moeten ermee lachen. Mama slaagt er zonder taal toch nog in om een grapje te maken over haar eigen dood.

Elke dag vraagt papa aan mama: wil je patatten of frietjes. ‘Frietjes’, zegt ze overtuigd. Ik: ‘Mama, dat is wel niet gezond hé’. ‘Haha’, zegt ze. Als ze dat wil, maakt hij elke dag biefstuk of paling voor haar. ‘Ze moet nu geen koteletten meer eten’. En ze krijgt alleen nog koekjes van Delacre, geen meer van het Colruyt-merk. ‘Nu moet je ze niet meer sparen’, zegt hij.

Een gedachte over “Elke dag frietjes

Geef een reactie