Nog een keer de zee zien. Nog een keer chocomousse eten. Nog een keer samenzijn met de hele familie. Nog een etentje met die of die. De natuurlijke reflex is om op zoek te gaan naar kleine pleziertjes die mama haar laatste maanden nog bijzonder kunnen maken. Maar ze wil het niet. Ze haalt haar schouders op bij elk voorstel. Mama is klaar met leven. ‘Op sterven na dood’, ik begrijp nu pas hoe letterlijk dat kan zijn. Haar grootste plezier in het leven lijkt wel: mij (te veel) mignonetjes zien eten. Aandringen als ik zeg dat ik genoeg heb.
Als ik vroeger aan dit soort scenario dacht, stelde ik me voor dat we nog lange wandelingen aan de zee zouden maken. Uitgebreid praten over het leven en wat dat gebracht heeft. Dat mama zelf de druk van de ketel zou nemen door grapjes te maken. Maar zo gaat het alleen in de films. In deze bittere realiteit heeft mama geen zin om nog iets te ondernemen. Ook over haar eigen begrafenis wil ze niet meer nadenken. ’t Is gepasseerd voor haar. ‘Trek jullie plan. Ik heb genoeg gedaan.’ Dat lees ik in haar schouderophalen.
Ze doodt de tijd tot aan haar dood met haar puzzels. Ik heb nooit veel aanleg gehad om te puzzelen, maar ik denk niet dat ik ooit nog het logo van Ravensburger zal kunnen zien zonder aan deze donkere, moeilijke tijd terug te denken.
Ze eet kervelsoep met een lepel en begint te huilen omdat het langs haar kin loopt. Zelfs dat lukt niet meer. En dan krijg ik een ingeving. “Mama, wil je nog eens ‘pitn en patatn’ eten?” Haar gezicht klaart op. Ze lacht en knikt enthousiaster dan ik het in lange tijd gezien heb. ‘Pitn en patatn’, dat is: karnemelkpuree met zachtgekookte eitjes en gesmolten boter. Je maakt een putje (‘pit’) in je puree (‘patatn’) en giet daar de gesmolten boter in. Degoutant lekker is dat. Een typisch mamagerecht. Mijn vader trekt er zijn neus voor op.
En dus aten we pitn en patatn, het gerecht bij uitstek dat iedereen met één hand eet, want een mes heb je er niet voor nodig. Dat we daar niet eerder aan gedacht hebben.
Ik krijg er kippenvel van. Goed dat je hier over kan schrijven, het zal je helpen. Dat weet ik uit ervaring.
Veel sterkte, Sofie.